|
Het
had geen haar gescheeld of er waren helemaal geen Blauwbloezen
geweest. De geschiedenis van deze blauwe rakkers is niet
alleen een droomverhaal van meer dan achttien miljoen
verkochte albums. Evengoed is het een verhaal over Mariabeeldjes,
kruiswoordpuzzels en de eeuwige jachtvelden.
Als Morris met zijn Lucky Luke
niet de overstap gemaakt had van Dupuis
naar Dargaud, zou De Blauwbloezen
hoogstwaarschijnlijk nooit bestaan hebben. Misschien was
Raoul Cauvin dan nooit de humoristische
duizendpoot geworden die hij als scenarist nu is. En misschien
was iedereen dan al lang de naam van de veel te vroeg
gestorven Louis Salvérius vergeten.
De Blauwbloezen:
een succesverhaal van 50 albums
dat al bijna 40 jaar duurt.
Raoul
Cauvin
De biografie van Cauvin leest even vlot als zijn albums.
Het is een verhaal gevuld met gekke wendingen, over een
onmiskenbaar talent en die ene grote kans die voor het
grijpen lag...
Cauvin studeert 5 jaar reclamelithografie in het Sint-Lukasinstituut
in Doornik. Na zijn studie komt hij tot de ontdekking
dat het beroep al twintig jaar niet meer bestaat. Zijn
diploma is quasi waardeloos want geen enkel drukwerk wordt
nog met steendruk gemaakt.
Cauvin gaat eerst aan de slag in een fabriek waar hij
onder andere heiligenbeeldjes en biljartballen beschildert.
Na zijn militaire dienst verdient hij zijn brood als letteraar
bij Dupuis. Hij mag zich daar onder andere bezig houden
met het tekenen van de vakjes voor de kruiswoordraadsels.
Cauvin zelf zou aan deze anekdotes al genoeg hebben voor
drie nieuwe reeksen. Alleen, hij heeft aan zijn vrouw
gezworen geen nieuwe series meer op te starten. En zoiets
is natuurlijk geen huwelijkscrisis waard.
De daaropvolgende zeven jaar maakt hij carrière
als cameraman in de tekenfilmstudio waar Eddy
Ryssack de leiding heeft. Charles Dupuis
brengt hem in contact met Claire Bretécher.
Samen maken ze De Schipbreukelingen.
In 1968 verlaat Morris Dupuis voor uitgeverij Dargaud.
Verkoopskanon Lucky Luke verdwijnt uit de Dupuis-stal
en er breekt lichte paniek uit. De uitgeverij gaat naarstig
op zoek naar een nieuwe westernreeks. Dat is de kans voor
Cauvin. Hij creëert De Blauwbloezen.
Het vervolg is gekend. Cauvin wordt de meest productieve
scenarist van de Dupuis-stal. Vele goedlopende reeksen
zijn van zijn hand. Vandaag is hij een miljonair.
Louis Salvérius
Jammer dat Louis Salvérius niet heeft mogen meemaken
tot welk succes hun creaties geleid heeft. Salvérius
begint zijn loopbaan bij Dupuis in 1955. Eerst als letteraar,
dan als tekenaar van microverhalen voor het weekblad Robbedoes.
Het is het logische carrièrepad voor debutanten
bij de uitgeverij. In de jaren zestig specialiseert hij
zich in komische westerngags op scenario van onder andere
Rosy, Devos en Deliège.
De Blauwbloezen worden ook zijn doorbraak bij
het grote publiek. Op 23 mei 1972 overlijdt hij. Hij is
dan bezig aan de 36ste plaat van het album Outlaw.
Eervol gesneuveld op het slagveld.
Willy
Lambil
Van dan af neemt Willy Lambil(lotte)
het tekenwerk over. Lambil is ook al een ancien bij Dupuis.
Hij start er in 1952 op zestienjarige leeftijd als letteraar
voor onder meer het weekblad Robbedoes. Vanaf
1959 tekent hij Sandy en Hoppy, een van de weinige reeksen
die zich afspelen in Australië. Maar de sympathieke
knaap en kangoeroe moeten het onderspit delven voor het
succes van De Blauwbloezen. Lambil stopt met
de reeks en stort zich vol overgave op de Amerikaanse
Burgeroorlog.
Naast De Blauwbloezen maken Lambil en Cauvin
samen zeven delen van het semi-autobiografische Arme
Lampil, over het leven van een striptekenaar en zijn
scenarist. De reeks verdwijnt in 1995 door de groeiende
vraag naar nieuwe avonturen van Blutch en Chesterfield.
Het draaiboek van een scenario
Cauvin
bedenkt de plot van een nieuw verhaal steevast op zijn
sofa. In horizontaal gestrekte houding op de bank. Daarna
deelt hij de 44 pagina’s in op twee of drie A4-vellen.
Hij typt de dialogen uit op zijn computer, een Mac.
Dan tekent hij de platen op zijn manier uit. Met zijn
kenmerkende tekenstijl die hij ook voor Zotico
gebruikte.
Hij levert het hele scenario in één keer
aan Lambil.
Gemiddeld werkt Cauvin drie tot vier maanden aan het scenario
van één album. Lambil doet negen tot twaalf
maanden over het tekenwerk. Of een gemiddelde van ongeveer
een pagina per week.
Hieronder staat een vergelijkende afbeelding van een getekende pagina door Louis Salvérius en de scenarioversie van Cauvin.
In vervoering door de lijnvoering
Lambil gebruikt een gewoon Staedtler-vulpotlood
(dikte 0.5, hardheid HB).
Hij tekent op de achterkant van Zander,
een papiersoort dat niet meer te vinden is. Maar hij heeft
gelukkig nog een flinke privévoorraad.
Om te inkten gebruikt hij pennetjes en Oost-Indische inkt.
De levensduurte van een pen is heel kort. Per pagina sneuvelt
er gemiddeld één.
Hij maakt retouches van de pentekeningen met ofwel witte
gouache, ofwel met Bleed Proof White.
Lambil werkt steeds in halve platen. Vandaar de dubbele
nummering op de pagina’s. Het werkt handiger, en
er is minder kans om lijnen uit te vegen met de mouw.
Weetjes
• De eerste Blauwbloezen verschijnt op 29 augustus 1968
in het weekblad Robbedoes.
In het begin waren het nog korte verhaaltjes of éénpaginagags
met een groepje Noordelijke soldaten in de hoofdrol. De
oorlog en de Zuidelijken bevinden zich op veilige afstand.
Alles speelt zich af in en rondom Fort Bow.
• De Amerikaanse Burgeroorlog of Secessieoorlog
duurde maar vijf jaar (1861-1865).
• Een verhaal van De Blauwbloezen begint
altijd met een overzichtsbeeld. Een tekening van een halve
plaat situeert de actie, en een off-tekst plaatst het
verhaal in zijn historische context.
• Cauvin schetst Blutch en Chesterfield nog steeds
met een halsdoek, ook al dragen ze die al een eeuwigheid
niet meer.
• Cauvin is gestopt met cliffhangers aan het einde
van een dubbele pagina toen Robbedoes niet langer
een vast aantal pagina’s voorpubliceerde.
• Maurice Tillieux (Guus Slim)
leerde Cauvin een aantal knepen van het vak. Hij was de
enige van wie Cauvin kritiek aanvaardde.
• De films van regisseurs John Ford,
Howard Hawks en Raoul Walsh
hebben Cauvin geïnspireerd bij het maken van De
Blauwbloezen.
• De Blauwbloezen lopen lange tijd rond in infanteriejassen.
Ze komen onder hun riem uit, terwijl cavaleriejassen
kort waren en nauw uitliepen. Daarom veranderen de uniforms
van de Blauwbloezen tussen album 28 (The Show Must
Go on) en 29 (Buiten Westen).
• Lambil vindt zelf dat hij in het verleden beter
tekende. Volgens hem zijn de tekeningen van Bull Run
kwalitatief veel hoogstaander dan alles wat hij daarna
gemaakt heeft.
• Een markante uitspraak van Lambil: "Mijn
vrouwen vergaat het als mijn paarden: ze lijken allemaal
op elkaar."
• Black Face is zowat het enige album waarin
Cauvin de meer expliciete toer opgaat door nadrukkelijker
stelling te nemen tegen de oorlog. Gezien de lauwe reacties
indertijd bleef het een éénmalig gegeven. Later zal hij zich op slinksere manieren afzetten tegen de oorlog.
• Lambil heeft een zwak voor De Groene
Jaren.
• In Kapitein Nepel wordt de draak gestoken
met Jean-Marie Le Pen, de voorzitter
van het Franse extreemrechtse Front National.
• De inkleuring gebeurt al sinds mensenheugenis
door Studio Leonardo. Vittorio
Leonardo (van oorsprong een Italiaan) begon zijn
carrière bij Dupuis als lithograaf. In 1968 richtte
hij Studio Leonardo op. Hij was de eerste in Europa die
een Mac gebruikte om op professionele manier in te kleuren.
Later ontwikkelde hij eigen inkleurprogramma's. Voor de
Vlaamse markt kleuren zijn studiomedewerkers onder andere
Jommeke en de nieuwe Rode Ridder-albums
in.
• In De Jonge Jaren van Blueberry: De Missie
der Verdoemden maken Blutch en Chesterfield een gastoptreden
vanaf pagina 22. Er wordt zelfs een allusie gemaakt op
kapitein Stark. |