BATMAN: THE MOVIE
 
regie: Leslie H. Martinson
schrijvers: Lorenzo Semple Jr.,
Bob Kane (characters)
hoofdrolspelers: Adam West (Batman / Bruce Wayne), Burt Ward (Robin / Dick Grayson), Lee Meriwether (Catwoman), Cesar Romero (The Joker), Burgess Meredith (The Penguin), Frank Gorshin (The Riddler),...
soundtrack: Nelson Riddle
release: 1966

De eerste echte Batman-film werd gedraaid tussen het eerste en het tweede seizoen van de cultserie die liep tussen 1966 en 1968 en waar we het in een volgende aflevering nog over hebben. Producer William Dozier, die trouwens ook de vertelstem insprak (je krijgt ook een nostalgische kriebel bij het horen van "Same Bat Time, Same Bat Channel"), kreeg een uitgebreid budget om via de film de serie met succes te introduceren overzee. Met die centen kon hij een aantal nieuwe Batvoertuigen laten ontwikkelen (de Batcopter, de Batbike en de Batboat) die in de serie nog van pas zouden komen, en ook de vaste cast laten opdraven: Adam West en Burt Ward als Batman en Robin, Cesar Romero als The Joker, Frank Gorshin als The Riddler en Burgess Meredith als The Penguin. Enkel Julie Newmar moest afzeggen voor de rol van Catwoman (ze had last van vlooien!) en werd vervangen door de niet minder ravissante Lee Meriwether. Dozier had zo de vier populairste slechteriken in één enkele film en — zoals Batman het treffend zelf formuleert — die vier samen betekent dat hun ambitie niet de stad, niet het land, maar de volledige wereldheerschappij is.

Na de props, de acteurs en de hoofdplot bleek het geld echter op, getuige daarvan de onnozele manier die de boze vier hebben gevonden om die heerschappij te verwerven: met een apparaat dat het distilleren van whisky versnelt, negen vertegenwoordigers van de grootste landen deshydrateren en ontvoeren (als hoopjes stof kunnen ze makkelijker worden meegenomen). Tussendoor willen ze ook Batman zelf een kopje kleiner maken en dat doen ze onder andere door Catwoman, vermomd als de Russische journaliste Miss Kitka (een neuzelende "purrrrfect" inbegrepen, can it be more obvious?), als lokaas te gebruiken.

Laat die premisse echter geen bezwaar zijn want de humor en een stalactiet van afdruipende zelfrelativering maken deze film uiterst genietbaar. In niets lijkt hij op wat Tim Burton, Joel Schumacher en Christopher Nolan er later van maakten. De onheuse (het is tenslotte 'maar' een strip!) sérieux en gewilde deprimerende somberheid van de huidige generatie steken schril af tegen de kiemen van vele humorrichtingen die in deze film zitten. De titelsequentie bevat al meteen een paar flauwe woordspelingen/grappen op de muren en de verveelde blik van een met zoeklichten betrapte Batman, die dan maar doet alsof er niets aan de hand is. De manier waarop Adam West — met uitgestreken gezicht — droge, domme praat intelligent doet klinken (nog eens geaccentueerd door een inzoomende camera), is een komische stijlfiguur die dankbaar werd overgenomen door onder andere Mike Myers in Austin Powers of Jan Leyers in de documentairereeks De Schaduw van het Kruis. Zet Leyers maar eens een vleermuiskapje op, de gelijkenis met Adam West — diezelfde blik, datzelfde toontje, de manier waarop de mond beweegt, de voorgewende interessantigheid — is treffend.

Roep gerust heiligschennis, maar als je de interactie tussen het dynamische duo (Robin: "I think I have a very clever plan") wat Britser maakt en tegen een net iets minder vergezochte achtergrond plaatst, wat krijg je dan? Juist, Blackadder en Baldrick! Met de Commodore als Melchett. De plaatjes die her en der verspreid staan met de naam van de machines (zelfs op de ladder staat een bordje "Batladder") of inhoud van kasten (de verschillende kleuren confetti van The Joker!) steken de tongue nog wat dieper in de cheek. En dan de scène met de bom! Voor wie het nog niet gezien heeft: Batman probeert een bom (zo een klassieke zwarte bol met een lontje, recht uit Bugs Bunny) in zee te gooien, maar wordt gehinderd door een fanfare, een moeder met kinderwagen, een paar jonge eendjes, een al te smalle pier,... Recht uit de koker van Chuck Jones of Blake Edwards en mijlenver verwijderd van de grommende wraakengel die Christian Bale neerzet.

Begrijp me niet verkeerd. In mijn persoonlijke filmtop staat deze Batman: The Movie nog een eindje onder de eerste twee van Nolan die ik al heb gezien (en een kilometer of zeven boven de twee van Schumacher), de pyjama van West ziet er (hoewel het meer het origineel van Bob Kane benadert en het ongetwijfeld realistischer is om met die pyjama een salto te doen dan met het harnas van Bale) belachelijk uit en op het einde vond men het toch nog nodig om er de debiele en beruchte cartooneske onomatopeeën (Kerplop, Bap, Pow, Whack) bij te sleuren. Maar we mogen al eens lachen, nietwaar?

Dit is een regelrechte parodie en nergens had ik het gevoel dat men de pretentie had om te doen alsof dat niet zo zou zijn. Het maakt deze Batman anders dan wat we gewend zijn, maar simpelweg dikke fun voor wie met open geest vergeet dat Batman eigenlijk een getormenteerde ziel moet zijn. En alleen al daarom verdient het een eerbiedwaardige plaats in de geschiedenis van Batman-verfilmingen.
 
 
BESPREKING: PETER D'HERDT
 


© De Stripspeciaalzaak, 2012