De eerste uitgave uit 2018 verscheen bij Casterman.

Bij de zeventigste verjaardag van Alex krijgt een nieuw duo de kans om een verhaal te schrijven.(1) David B. en Giorgio Albertini zijn de auteurs van Veni, Vidi, Vici. Het scenario is van David B. (°1959). Zijn autobiografische strip over de omgang met de ziekte van zijn oudere broer, L' Ascension du Haut Mal, in het Nederlands vertaald als Vallende Ziekte, werd meermaals bekroond. Giorgio Albertini (°1968) verzorgt de tekeningen. Hij is van opleiding historicus met een sterke interesse voor archeologie. Hij werkte mee aan talrijke opgravingen waar hij verantwoordelijk was voor het tekenen van de archeologische situatie. Hij is zowel als tekenaar als als scenarist actief. Voor hem is Alex: "de perfecte vereniging tussen archeoloog en artiest".(2)

Alex, als plaatsvervangend prefect, en Enak zijn in Samosata(3) om in opdracht van Julius Caesar manuscripten aan te kopen voor een bibliotheek die hij wil openen in Rome. Het verhaal begint met een offerscène in het heiligdom van de Angst. De geofferde stier heeft geen hart.

Alex is in opdracht van Caesar in Samosata.

Arbaces, als vertegenwoordiger van koning Pharnaces II van Pontos, verschijnt op het toneel om de opstand in de stad tegen de Romeinen te steunen.

Wanneer Alex de stad verlaat, wordt hij aangevallen door Arbaces en zijn bende. Met de steun van mannen van Livia weet hij te ontsnappen naar de villa van Livia.

Alex wordt aangevallen door Arbaces.

Alex blijft overnachten in de villa, maar die nacht trekt hij slaapwandelend naar de stad via onderaardse gangen. Hij komt in een tempel boven. In een bordeel bevrijdt hij Callisto en ontmoet de reuzin Niemand. Callisto is haar beschermelinge.

Livia neemt haar intrek in haar huis in de stad. Alex verwittigt het Romeinse garnizoen over de komende opstand.

De stad komt in opstand. De Romeinen worden gedood. Alex vlucht met Livia en haar  personeel (zonder de slaven) door de onderaardse gangen. Daar stoot hij op Arbaces. Niemand is in dienst van Arbaces. Alex kan Niemand verslaan. De hele stad wordt afgeslacht. Caesar komt aan in de stad. Alex en Enak zijn de enige overlevenden.

Alex kan Niemand verslaan.

De stier die Caesar laat offeren heeft twee harten. Caesar trekt naar het noorden  en overwint in de vlakte van Zela de opstandelingen en stuurt naar Rome de boodschap "Veni, vidi vici" (Ik kwam, ik zag, ik overwon). In de veldslag vocht Reuzin mee.

De veldslag bij Zela.

Wat de tekenstijl betreft, wijkt het album af van de vorige. Zo is de omlijning van de prenten zwaarder. Giorgio Albertini tracht zijn stijl te laten aansluiten bij Jacques Martins stijl in De Tiara van Oribal.

Het verhaal wordt ingekaderd tussen twee offerscènes. Deze twee scènes voorspellen enerzijds de nederlaag van de opstandelingen en anderzijds de overwinning van Caesar.

De slaapwandeltocht van Alex en de tocht na het ontwaken door de grotten duren vijf pagina's en etaleren vooral de kennis van de auteurs over mythologie.

Het karakter van Enak verschilt van de traditionele Enak uit de vroegere verhalen. Hij neemt geen blad voor de mond. Zo beschuldigt Alex Enak van "maiestas" na zijn zinspelingen op het gedrag van Caesar.(4) Enak geeft regelmatig schimpscheuten aan Alex.(5) Hij gaat zo ver dat hij Alex over Niemand zegt: "Nu had je eindelijk een vrouw gevonden die bij je paste."(6)

Enaks ongepaste opmerking.

De verhouding van Alex en Niemand is complex: vijandschap en tegelijk aantrekking. Deze spanning vormt een brug naar het volgende verhaal van beide auteurs.

Het verhaal verschijnt rechtstreeks als album bij Casterman in september 2018.

Illustratie van de titelpagina.

GERAADPLEEGDE BRONNEN

1. Alex 37: Veni Vidi, Vici. Foutievelijk staat in het album als © 2017 ipv 2018. Het album heeft op de omslag geen volgnummer.
2. Giorgio Albertini: "Alex tekenen is een grote eer en een grote verantwoordelijkheid." (Alix Mag', actualité sur l'œuvre de l'univers créé par Jacques Martin, le père d' Alix, Lefranc, Jhen, Orion et Loïs, canalblog.com)
3. Samsat in Turkije.
4. Alex 37: Veni Vidi, Vici, p. 6
5. Alex 37: Veni Vidi, Vici, p. 13. 21, 23,...
6. Alex 37: Veni Vidi, Vici, P. 41