De eerste uitgave uit 1998 verscheen bij Dargaud.

Twee jaar na het verschijnen van O Alexandrië ligt in 1998 een nieuw Alex-verhaal op de planken: De Barbaren. Het is het eerste verhaal waarbij een medeauteur op de coververmeld staat: Rafaël Moralès. Het scenario is van Jacques Martin, de tekeningen van Moralès. Opnieuw wordt binnenin een medewerker bedankt voor zijn hulp, Christophe Simon ditmaal. In 1993 was Christophe Simon in dienst getreden bij Jacques Martin.(1)

Het verhaal opent met de aankomst van Alex en Enak in Altus Rhenus, een fort aan de Rijn. Julius Caesar heeft hen naar het fort gestuurd om plannen te tekenen van het fort. Ze worden koel ontvangen door de tribuun Tulius Carbo. Al snel is het duidelijk dat de ambitieuze tribuun snode plannen smeedt.

Ondertussen heeft Caesar in Rome een nare droom over Alex en stuurt hij Galva, die hij tot generaal benoemt, naar Alex. De tocht door Gallië zal langer duren dan gepland. Onderweg laat Galva zich verleiden tot genoeglijke oponthouden.

In opdracht van Julius Caesar.

De Griek Simones Falcalus, een vriend van Tulius Carbo, komt aan in het fort. Hij drijft handel met de barbaren. Samen met Falcalus doet Tulius Carbo er alles aan — zelfs vergif — om Alex en Enak te verdrijven. Zij weigeren te vertrekken omdat ze koppig hun opdracht van Caesar willen volbrengen.

Carbo wil rijkdom verwerven door barnsteen te halen (te stelen eigenlijk) bij de barbaren. Daarom rust hij een expeditie uit naar het noorden. Hij dwingt Alex en Enak om aan de expeditie deel te nemen in de hoop dat ze het niet zullen overleven en er zo niets in Rome bekend raakt.

Hopen op een ongeluk.

Na een moeizame expeditie, het afvaren van de Rijn, dan noordwaarts over de zee, het aanleggen van een hulpkamp op een eiland, legt de vloot aan op een strand.

Tijdens een verkenning stuiten Alex en Enak op een groep kinderen. Tijdens zijn eerste tocht ontdekt Carbo een Grieks schip. Hij laat het in brand steken. Alex kiest partij tegen Carbo. Alex en Enak ontmoeten twee meisjes (kinderen van hun vorige ontmoeting) en krijgen van hen barnstenen.

Alex en Enak ontvangen barnstenen.

De volgende dag loopt Carbo in een hinderlaag van de barbaren. Een deel van de Romeinen ontsnapt. Falculus heeft de barnstenen van Alex en Enak ontdekt. Wanneer Alex en Enak het woud ingaan, worden zij gevolgd door Carbo en Falculus. Wanneer Alex en Enak de meisjes ontmoeten, worden zij overvallen door Carbo. Hij wil een van de meisjes verkrachten, maar het meisje steekt Carbo met zijn eigen dolk neer. Carbo sterft.

Tulius Carbo wordt gedood.

Alex en de andere officieren beslissen om naar Altus Rhenus terug te keren. Wat van de vloot overblijft, wordt door een storm gedecimeerd. Het kamp onderweg is overvallen door de barbaren en de Romeinen daar zijn uitgemoord. Het weer slaat om in sneeuwstorm en ijzige temperaturen. De rivier bevriest en op beide oevers zijn er de barbaren. Het konvooi laat de schepen achter en trekt verder over het ijs op de rivier. Door dooi breekt het ijs in stukken. Op ijsschotsen trachten de vluchtelingen zich te redden. De barbaren steken de rivier  met vet en hars in brand. Falculus wordt door de barbaren (met wie hij nog een koopje trachtte te sluiten) gedood. Een schip uitgezonden door Galva komt net op tijd om Alex en Enak te redden.

Gevangen op ijsschotsen.

Het fort Altus Rhenus is fictief. In de tijd van Caesar werden geen stenen forten gebouwd langs de Rijn. Inspiratie voor het fort vond Jacques Martin in de reconstructie van het militaire kamp Castra Vetera in Xanten. Dit fort stamt uit de derde eeuw.(2)

Het tempo van de tocht klinkt onwaarschijnlijk. De tocht op de Rijn duurt veel langer dan de reis over de Noordzee, eerst tot het eiland (waarschijnlijk het noordelijkste van de Waddeneilanden) en dan verder  noordwaarts tot de landing.

Galva is opnieuw op het toneel. Hij krijgt nu een volledige naam: Lucius Cornelius Galva. Op die wijze wil Martin de authenticiteit van zijn figuren als Romein bevestigen. Het karakter van Galva wordt verder uitgesponnen. Uit De Zoon van Spartacus wist de lezer al dat Galva niet afkerig is van drank. In dit verhaal blijkt hij ook niet afkerig te zijn van vleselijke geneugten. In het oppidum in Gallië, waar hij een tijdje halt houdt, zijn bachanten (in de strip verklaard als "vrouwen die zich overgeven aan wijn en wellust") aanwezig. Galva vraagt zelf uitdrukkelijk om de dans van de sluiers op te voeren.(3)

Galva en de geneugten van het leven.

Dat Jacques Martin op de cover Rafaël Moralès vernoemt, is meer dan een erkennen van de rol van de tekenaar in de afwerking van het verhaal. Hij ziet in hem zijn opvolger voor Alex. Martin wil niet dat Alex na zijn dood zou verdwijnen. Uit zijn ervaringen met Hergé, waarbij na diens dood de reeks Kuifje werd stopgezet, met alle nefaste gevolgen voor de medewerkers van Studios Hergé, wil Jacques Martin niet hetzelfde. Hij voelt zich verantwoordelijk voor al die medewerkers die hij heeft aangetrokken. Martin verklaart uitdrukkelijk: "Moralès mag Alex voortzetten Alix".(4)

Het verhaal verscheen rechtstreeks in album in 1998 bij Dargaud. Na het gentleman's agreement tussen Casterman, Dargaud en Jacques Martin werd het verhaal in 2001 herdrukt en opgenomen in de reguliere albumreeks van Casterman.

Illustratie van de titelpagina.

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

  1. Christophe Simon - Wikipedia, ingezien op 1 mei 2022.
  2. Erreurs et bévues, in Les mondes d'Alix (Michel Èloy in L'Histoire, Hors-série, februari/maart, 2018, p. 17)
  3. Alex 21: De Barbaren, p. 19-20
  4. Le duel Tintin - Spirou (Hugues Dayez, p. 52-53)

 

Hugo Landuyt © Stripspeciaalzaak.be, 2024 - afbeeldingen: © Casterman