MONSTER 7 Richard
Naoki Urasawa • Kana (Big Kana) 224 p. (SC)
|
|
Essentiƫle verslaving |
|
Het was geen liefde op het eerste gezicht. Akira. Daar hield het bij op. Neen, de combinatie manga's en onderstaande was geen grote liefde beschoren. Die extreme emoties, die bambi-ogen, die explosies, dat wc-papier,... pff foert. Tot mijn dierbare collega’s van de redactie me ergens in een sm-kelder, half beneveld na een paar glazen whisky-cola-rohypnol, dwongen om Monster te lezen. Niet eenvoudig. Je moest de pagina's al eerst van achteren naar voren lezen en dan nog van rechts naar links... maar ja, dan begin je eraan en geraak je verslaafd. Zwaar verslaafd.
Het begon allemaal in een ziekenhuis in het Duitse Düsseldorf. Hersenchirurg Kenzô Tenma weigerde de burgemeester te opereren en verkoos het leven te redden van een klein jongetje met een ernstige kogelwonde. Foutje! De burgemeester sterft. Tenma wordt ontslagen. Zijn verloving met de knappe dochter van de ziekenhuisdirecteur springt af. Maar erger is dat het schattige knulletje een monster eerste klas blijkt te zijn. Na de zoveelste manipulatie en moord besloot de rechtschapen dokter dat hij zijn fout moest herstellen. De jongen, Johann, moest dood. Jaren later is de hyperintelligente Johann volledig ongrijpbaar en aan de top van een onzichtbare machtspiramide in de onderwereld. De ex-politieman Richard Brown is een van de weinigen die het diffuus bloedspoor van het monster nog probeert te reconstrueren. Maar hoelang nog?
3.800 pagina's telt deze twintigdelige thriller. In tegenstelling tot die andere mangarevelatie Death Note wordt er nergens een verhaallijn herhaald of uitgemolken. Nergens word je als lezer in het ootje genomen met XIII-achtige plotwendigen. Neen, dit verhaal is eerlijk én op mensenmaat. Maar, net zoals in het ware leven, wordt deze humane puzzel complexer en boeiender. Naoki Urasawa neemt ruim de tijd om al zijn personages psychologisch uit te bouwen. Zonder melig te worden, bespeelt hij je gevoelens van medelijden, haat, liefde en rancune. Monsterlijk! Voor de explosieve tekeningen moet je deze manga niet lezen. De stijl is van een Duitse saaiheid met een spaarzame Japanse knipoog (de dames, een verloren huilbui, één enkele onleesbare onomatopee,...), maar de paginaopbouw is schitterend. Elk beeld telt. Elk woord wordt versterkt. Na 224 wapperende pagina's wil je dan ook niets liever dan nog een deel lezen. Gelukkig houdt uitgeverij Kana er een lekker verschijningsritme op na waardoor je in die monsterlijke roes blijft. Beste toekomstige verslaafde, we spreken elkaar opnieuw binnen twee maanden. |
|
> WOUTER PORTEMAN — februari 2008 |