Bibliografie van Osamu Tezuka
• Astro Boy
• Ayako
• MW
• Ode aan Kirihito
BOEDDHA 4
Het Woud van Oeroevela


Osamu Tezuka • Uitgeverij L
374 p. (HC)
Totaalverhaal
"Wat is dit voor autobiografie!?", vraagt de auteur van Boeddha, Osamu Tezuka, zelf op pagina 143 in het hoekje van een prentje. Het antwoord is al tijdens de lezing duidelijk: dit is een totaalverhaal waar zowat alle bestaande genres en alle gekende emoties in voorkomen. We roemen bij elk nieuw uitgekomen deel de veelzijdigheid van dit mangaepos en daar hebben wij gelijk in ook.

In deel 4, Het Woud van Oeroevela, staat de jonge Siddharta voor een van de zwaarste beproevingen in zijn reeds geteisterde leven. Hij legt zichzelf onterende, schandelijke en uiterst pijnlijke kastijdingen en martelingen op met het oog op het bereiken van de ultieme wijsheid. Hij is bijlange niet alleen in het woud. Honderden andere asceten pogen eenzelfde hoger niveau te behalen. Een ervan is Dhepa, met wie Siddharta ruzie zal krijgen omdat Dhepa vindt dat de gevluchte prins niet hard genoeg is voor zichzelf. Een andere is Assaji, een ziekelijk kind die het leven van Siddharta en Dhepa al heeft gered en in de toekomst kan kijken. Zo voorspelde hij zijn eigen dood... en die van Siddharta. Zijn einde wordt in dit deel schrijnend in beeld gebracht. Het laat Siddharta allerminst onbewogen. Tussendoor redt hij zelf nog iemands leven in een fantasypassage waarbij het boeddhisme ons nooit eerder zo helder is uitgelegd. O ja, in dit deel krijgt Siddharta zijn Verlichting, het moment waarop hij Boeddha werd.

Zonder respectloos te willen zijn, durven we gelijkenissen te maken met de Bijbel, een andere wereldklassieker die bulkt van de prachtige verhalen. Je hoeft niet gelovig te zijn om — zonder oogkleppen — in te zien dat het christelijke geloofsboek weet te boeien met verhalen over goed en kwaad, zonde en verderf, mededogen en respect en zoveel thema's meer waar verhalenvertellers van nu al of niet bewust inspiratie uit weten te puren. Zo is ook Jezus Christus een werkelijk bestaande persoon geweest. Als je ons en de Joodse bronnen niet wil geloven, check dan de Romeinse geschiedkundige bronnen. En zij waren heus niet Christus' beste vrienden. Net zoals bij het ware leven van Boeddha zijn er kroniekschrijvers aan het werk geweest die er heelder parabels en achtergrondverhalen aan hebben toegevoegd, laat staan de wetenschappelijk niet te geloven geschriften. In welke mate Tezuka zich heeft gebaseerd op historische en verzonnen bronnen is de vraag. Daarvoor schiet onze kennis over Boeddha en het boeddhisme te kort. Maar de rode draad die Tezuka ons met de paplepel wil voeden, is zijn aanklacht tegen discriminatie en racisme. In de tijd van Boeddha (en helaas tot vele eeuwen daarna) heette dat voluit het kastensysteem, bedacht door de hoogste kaste van de Brahmanen.

Bij een ontmoeting met de verstoten reus Yatala, toevallig een laatste vriend die Siddharta's moeder (een paria die door haar eigen adellijke zoon naar het slavenverblijf is gestuurd) kende, zegt Boeddha in een onderricht over geluk: "Er bestaat geen gelukkige mens op deze wereld!" Het is een leugen. Wij raken altijd extra gelukkig als we zulke magnifieke verhalen lezen.
> DAVID STEENHUYSE — juli 2007