Bibliografie van Erwan Le Saëc
• Killers
Bibliografie van David Chauvel
• Alice in Wonderland
• Arthur - Een Keltisch Epos
• Casus
• Clownvisje
• De Spookbrigade
• Killers
• Lunatiks
• Pinokkio
• Rails
• Wollodrïn
• WW2.2 - Een Andere Tweede Wereldoorlog
• Zeven
COSA NOSTRA - HET WARE VERHAAL 1-2
1. Mano Nera - 2. De Dood van Herman Rosenthal


Erwan Le Saëc + David Chauvel • Silvester
48 p. (HC)
Kleine pietjes
Het zal niet makkelijk zijn om ons enthousiasme in te tomen want wij vreten maffiaverhalen als paardenbiefstukken. Films als Goodfellas, The Godfather, Mean Streets en tv-reeksen als The Sopranos en Octopus, maar ook de eerste tien delen van het stripepos Bloed & Stilte, we draaien er onze hand niet voor om om Cosa Nostra – Het Ware Verhaal aan dit lijstje toe te voegen. Die status verdient het volgens ons door het boeiend vertelde verhaal, een documentaire bijna, maar tegelijk een tijdsdocument over een woelige periode die nog niet aan impact heeft verloren. Cosa Nostra – Het Ware Verhaal gaat effectief aan de slag met ware feiten om de geschiedenis van de New Yorkse maffia te reconstrueren.

Elk album begint met een proloog of intermezzo. In deel 1 dient het om een voorval op het Italiaanse eiland Sicilië te plaatsen. Het aanloopje voor deel 2 is een portretschets van Edward Osterman alias Monk Eastman, leider van de Eastmen, een van de grote gangs die New York aan het begin van de 20ste eeuw kende. Het gegeven komt uitvoerig aan bod in Martin Scorseses Gangs of New York. De twee grote hoofdverhalen van elk 32 pagina's zijn verder uitgespitte histories over enkele tenoren van de Cosa Nostra. David Chauvel — die met het vierluik Clownvisje al een verrassend gangsterverhaal in elkaar stak — raadpleegde tientallen, zoniet honderden boeken, internetpagina's en naslagwerken. Dat uit zich in vele informatieve tekstblokken en bondige dialogen. Voor niet-geïnteresseerden in historische feiten en anekdotes kan dit als overijverig overkomen. Nochtans zijn de teksten vlot en sappig geschreven (én vertaald!), dus het valt wel mee. Dat komt ook doordat hij interessante, betrokken vertellers uitkoos, in casu het rosse jongetje Leonardo Teresi, alias Bricks, dat als loopjongen voor een plaatselijke gang opereert en zijn dagen slijt op straat, where all the action is. Verder nog journalist Jonathan Eldridge, die de dood van de joodse gangster Herman Rosenthal onderzoekt en een oude man die in het heden alle verhaaldraadjes in handen lijkt te houden. Elk album sluit af met een bronnenvermelding en –verantwoording in een appendix met noten, foto's en verdere duiding. Chauvel is nog zo eerlijk om aan te duiden waar hij iets uit zijn duim zoog. Als kroniekschrijver probeert hij ook zijn stempel te drukken, bijvoorbeeld door in deel 2 de onderschatte rol van de joden in de gangstergeschiedenis in de spotlichten te plaatsen.

Hierboven staat al een bonk informatie. Krijg nu niet het misverstand dat er geen intriges aan te pas komen, integendeel. Confrontaties, complotten, machtsspelletjes, geweld, alle goodies komen allemaal aan bod. Aandachtige lezers ontwaren zelfs een spinnenweb aan inmenging. Er is geen afscheiding der machten, de plaatselijke politiek speelt onder één hoedje met de maffia, die op hun beurt weer hun mannetjes hebben bij het bestuur, het gerecht, de politie en de media. In feite is de maffia de vijfde macht, met een officieus diploma in manipulatie.

Hoe het komt dat maffiaverhalen zo tot de verbeelding spreken, of ze nu in het verleden of het heden afspelen, is een analyse waard. Maar verwacht die niet van ons. Cosa Nostra – Het Ware Verhaal trapt alleszins niet in de clichéval om de maffiosi als mannen van eer voor te stellen. Het zijn ijdeltuiten en kleuters die elkaar het licht in de ogen niet gunnen, snel op hun teentjes zijn getrapt en enkel uit zijn op eigen gewin. Hebben ze allemaal kleine pietjes dat ze zich als dusdanig manifesteren?

Een vleugje humor is het enige wat we ontbraken aan deze sterke start van het eerste vijfluik. Wellicht zou een gefantaseerd grapje de realiteit in de weg hebben gestaan, veronderstellen we. Tekenaar Erwan Le Saëc heeft ook duidelijk met deel 1 een proef doorstaan die ten goede komt in het tekenwerk vanaf deel 2. Het lijkt alsof hij zelf nog twijfelde tussen een realistische stijl — die hij niet adequaat beheerst — en ietsje karikaturaler. Deel 2 ziet er gewoon beter uit, met minder misvormde hoofden en beter nagetekende foto's met grootse en uiterst gedetailleerde stadsdecors. In deel 1 zijn de perspectieven wel spitsvondiger, filmischer ook.

In de volgende maanden verschijnt de rest van het vijfluik. Met een kennismakingsprijs voor de aankoop van de eerste twee delen maakt Silvester een offer we can't refuse. Als de verkoop wat meevalt, mogen we ons verlekkeren op de vertaling van de tweede cyclus, die na de opkomst van Lucky Luciano en Al Capone de verdere succesopgang van de Cosa Nostra behandelt vanaf 1928. Tot slot is er Maffia Story, nóg een maffiareeks van hetzelfde duo die recent in het Frans begon met een tweeluik over Dutch Schulz, een maffioso die zich met illegaal alcoholtransport verrijkte in de New Yorkse wijk Harlem tijdens de drooglegging. We krijgen er al dorst van.
> DAVID STEENHUYSE — juli 2007