Bibliografie van Griffo
• Beatifica Blues
• Cinjis Qan
• De Pijl van Nemrod
• Dickens & Dickens
• Ellis
• Empire USA
• Golden Dogs
• Guust: Gefeliciflaterd!
• Het Orakel van de Maan
• Het Pension van Dokter Eon
• Jheronimus Bosch
• Klein Mirakel
• Mister Black
• Munro
• S.O.S. Geluk
• Sade
• Samba Bugatti
• Sherman
• Spiegelingen
• Vlad
Bibliografie van Jean Dufaux
• Andreas de Florentijn
• Avel
• Barracuda
• Barracuda
• Beatifica Blues
• Betoveringen
• Chelsy
• Conquistador
• Dakota
• De Aasgieren
• De Avonturen van Blake en Mortimer
• De Kinderen van de Salamander
• De Klaagzang van de Verloren Gewesten
• De Klaagzang van de Verloren Gewesten
• De Rochesters
• De Rode Keizerin
• De Rovers van Keizerrijken
• Dixie Road
• Djinn
• Dubbelmasker
• Fox
• Gotcha
• Hemingway
• Het Maagdenbos
• Het Pad van Jessica
• Jaguar
• Jessica Blandy
• Kruistocht
• Lucius
• Maanbloed
• Medina
• Melly Brown
• Mister Black
• Murena
• Niklos Koda
• Nomade
• Pokervrouw
• Regenwolf
• Sade
• Saga Valta
• Samba Bugatti
• Santiag
• Saria
• Schimmenspel
• The Dream
• Venus H.
• Vincent
GIACOMO C. 13-14
13. De Vlucht - 14. Goudlokje


Griffo + Jean Dufaux • Glénat
48 p. (SC)
Venetiaans Volkstoneel
Ooit was liefde duidelijk. Adam hield van Eva. Eva hield van Adam. Maar toen viel er een appel van een boom en werd de wereld in één klap een pak nieuwe woorden rijker: ontrouw, lust, liefdesverdriet, passie, drama. Giacomo Girolamo Casanova kende het ganse arsenaal. Deze Venetiaanse doctor in kerkelijk recht, violist, uitvinder van de gokloterij, romanschrijver, soldaat en ordinaire dief liet zijn leven bepalen door de liefde. Niet minder dan 122 minnaressen had hij, maar zelf bleef de stakker eeuwig verliefd op de Française Henriette door wie hij gedumpt werd. Het kon niet anders of zijn playboyleven moest verstript werden.

In 1987 creëerde opkomend talent Jean Dufaux zijn eerste twee reeksen waarin helden ook een ziel mochten hebben: Jessica Blandy en Giacomo C. Beide reeksen hadden wat inloopalbums nodig, maar vertaalproblemen nekten de definitieve doorbraak van onze vrouwenversierder. Gelukkig brengt Glénat de jongste tijd in galop de ontbrekende deeltjes uit. Laten we elkaar niets wijs maken: Giacomo C. is geen Grote Kunst, maar ontspannend vertier. Volkstoneel voor de zaterdagavond. Romantische clichés, platvloerse grollen en doorzichtige complotten maken hier het mooie weer. Goudlokje, deel 14 alweer, is opnieuw een uiterst genietbare vaudeville. Onze rokkenjager wordt gedumpt door zijn maîtresse en is weer platzak. Bovendien wordt hij in elkaar geslagen door een bende parvenu’s. Zijn knecht Parmeno kan het niet meer aanzien en probeert zelf hun boterham te verdienen. De bloedmooie en rijke Flavia neemt hem aan als lijfwacht. En ja hoor...

Het opvallendste van deze strip is de fijne grafische uitwerking van de Wilrijkenaar Griffo. Deze voormalige rocksterkarikaturist van Humo heeft zich volledig gevonden in dit 18de-eeuwse Venetië. De inkleuring is ronduit verfrissend, de gebouwen schitteren en de gezichten hebben terug de kracht van zijn magnus opus Mister Black. Het is dan ook doodjammer dat Glénat gekozen heeft voor de makke covers van de reguliere Franse uitgaven in plaats van de veel verleidelijkere eyecatchers van de grootformaatversies. Zo blijft onze favoriete bloempjesplukker het moeilijk hebben om boven zichzelf uit te groeien. Hopelijk krijgt Casanova voor het volgende en allerlaatste album wel het afscheidsapplaus dat hij verdient. Duimen maar.
> WOUTER PORTEMAN — december 2005