Bibliografie van Georges Van Linthout
• Aan de Waterkant
• Een Echte Vrouw (deel 1)
• Falkenberg
• Het Onderzoek van Scapola
• Lou Smog
• Natasja (deel 16, 17)
• Twins
• Twins
Bibliografie van Yves Leclercq
• Falkenberg
• Twins
• Woeste Hoogten
CONQUISTADOR 


Georges Van Linthout + Yves Leclercq • Casterman
80 p. (SC)
Tempo, met feeling

Blueslegende Bud Leroy vertelt net voor zijn afscheidsconcert in Parijs zijn leven aan een jonge gitarist uit zijn begeleidingsband. Wij mogen meeluisteren. Leroy is in bluesmiddens gekend door zijn open tuning, de ebeebe, het geluid van de Conquistador, een mythisch figuur die hij in zijn jeugd 'ontmoette' in de moerassen van de Mississippi in het zuiden van de VS. Als kleine negerjongen heb je het sowieso niet makkelijk in het gebied van de blanke rednecks, maar Conquistador gaat in dit geval niet de toer op van de schrijnende racismeaanklachten zoals al veel is gedaan in andere strips of films. Dit gaat over muziek, meerbepaald de blues en de roots van één van zijn legendes.

We leren Leroy kennen als jongetje, als foutief vermeende hoerenzoon, en hoe hij in contact komt met de blues. We zien de eerste stappen van zijn carrière als spoorwegarbeider. We maken zijn grote verliefdheid mee en keuren samen met zijn vrouw zijn drankprobleem af. Personen sterven, 't gaat op en neer, heen en weer. En het eindigt. Gelaten en melancholisch. Maar de blues, die sterft nooit... Sorry, voor dit stinkende cliché.

De manier waarop scenarist Yves Leclercq tempo in zijn verhaal brengt, is niet te schatten en niet op een partituur te pleuren. Sfeervolle, woordloze pagina's — jachtig in potlood en met gewassen inkt getekend door Georges Van Linthout — versnellen verbijsterend het leesritme of versterken een zorgvuldig opgebouwd bluesgevoel. Beide heren hebben feeling, wat niet van de piepjonge R&B-sterretjes van vandaag kan gezegd worden. Voor een lesje om je ervan te vergewissen dat de blues dé start was van de gehele twintigste eeuwse muziek, verwijzen we je naar elke goeie muziekcursus. Daar zijn wij te onkundig voor.

> DAVID STEENHUYSE — december 2004