Bibliografie van Didier Conrad
• Bob Marone
• Cotton Kid
• De Onnoembaren
• Donito
• Het Beeld van Amok
• Kid Lucky
• Marsu Kids
• Marsu Kids
• Witte Tijgerin
• Witte Tijgerin
Bibliografie van Jean-Yves Ferri
• Terug op Aarde
ASTERIX 37
Asterix en de Race door de Laars


Didier Conrad + Jean-Yves Ferri • Les Éditions Albert RenĂ©
48 p. (SC)
Niets nieuws onder de zon

Door de slechte staat van het wegdek in Italië (hoewel die natie nog niet bestond in de periode van Julius Caesar) krijgt de Romeinse senator Lactus Bifidus de wind van voren in de senaat. Eigenlijk ligt hij te slapen, maar bij het ontwaken borrelt het spontane idee op om een wagenrace door de laars te organiseren die openstaat voor alle volkeren van de bekende wereld, zowel Romeinen, Italiërs (zo staat het geschreven, ja) en barbaren. Daardoor kan diezelfde wereld overtuigd worden van de uitstekende staat van de Romeinse wegen. Julius Caesar vindt het ook een goed idee... zolang de overwinning door een Romein wordt behaald. Uiteraard hebben ook Asterix en Obelix oren naar de wedstrijd, en al zeker Obelix die vindt dat hij ook een wagenmenner kan zijn. De traditionele menhir is namelijk op zijn retour door puimsteen en Asterix hoeft niet altijd de hoofdrol te krijgen. Voor het tot een kletterende ruzie komt, is er al een akkoord om deel te nemen. Ze stelen nog snel vier paarden van een naburig garnizoen en gaan op weg naar Modicia (Monza) voor de start van de wedstrijd. Daar maken ze kennis met hun tegenstrevers die uit alle windhoeken komen. De Romeinse deelnemer en met gouden masker vermomde Coronavirus is de ster onder de wagenmenners en is de gedoodverfde overwinnaar. Hij is effectief een te duchten wagenmenner die de overwinningen aan elkaar rijgt. Al bij al maken Asterix en Obelix van de nood een deugd en leren ze het land van Venetianen, Etrusken, Umbriërs, Osken, Messapiërs, Apuliërs en andere volkeren in het land van de laars kennen, van een Venetiaans paaldorp in opbouw over de vulkaan Vesuvius die zich roert tot een aan een raam zittende Mona Lisa. Ze maken ook kenis met pizzadeeg, chianti, paparazzi en uitgesproken figuren die niet toevallig knipogen naar Luciano Pavarotti en Silvio Berlusconi. Ook Sophia Loren, Roberto Benigni, Monica Belluci en Leonardo da Vinci duiken eventjes op. En je mag zelf raden hoe de Franse, voormalige F1-piloot Alain Prost in het verhaal past.

Het verhaal is een doorslagje van De Ronde van Gallië zonder al te veel tegenwerking voor de helden. Niets nieuws onder de zon, maar we weten — bij Toutatis — al wel langer dat Asterix een formulestrip is met geijkte elementen. Een van die voorgeschreven wetten is dat Asterix en Obelix in dit album weer op reis moesten gaan na het vorige album dat zich grotendeels op het thuisfront afspeelt. Jean-Yves Ferri kreeg ons niettemin enkele keren aan het proesten (het onsportieve trapje van Obelix, het effect van everzwijnen op een zelfverklaard kalme Obelix, de vroege uitschakeling van de piraten). Zijn invulling van de formule verbetert met elk nieuw album en we kunnen tegenwoordig niet meer verwachten dan een prettig onderhoudend album. Naar eigen zeggen doken er nooit eerder zoveel nieuwe nevenpersonages in een album op. Dat klopt, maar door die veelheid blijft er geen enkel je bij.

Didier Conrad maakt steeds meer zijn eigen versie van de stripreeks. We kunnen niet zeggen dat de figuren van Albert Uderzo altijd smetteloos worden overgenomen. De ogen van Asterix en de neus van Obelix wijken enigszins af van de oudere albums, maar in dit album valt vooral op hoe Julius Caesar uiterlijk bijna een ander personage is. Maar het belangrijkste is toch dat Conrad als geen ander moeiteloos de dynamiek van Uderzo incarneert. Zijn personages leven op eenzelfde manier als Uderzo's figuren. En let eens aandachtig op alle paarden in dit verhaal! Het zijn prachtige dieren en ze komen telkens in viervoud.

Conrad en Ferri waren ongetwijfeld de beste keuze om de reeks over te nemen, maar de sleet op de formule valt niet meer terug te dringen. Daar had René Goscinny volgens interviews al last van na tien delen. En daar moeten we het dus mee doen.

Toch nog dit, mochten alle media hun aandacht voor de nieuwe Asterix ook eens gelijkmatig uitsmeren over andere strips, dan is de hele sector daarmee gebaat.

> DAVID STEENHUYSE — oktober 2017