DE JANITOR 5 Satans Proefbuis
François Boucq + Yves Sente • Dargaud 72 p. (HC)
|
|
Geen comeback in schoonheid |
|
Na zes jaar duikt Vince, de voormalige lijfwacht in dienst van het Vaticaan, weer op. Meteen is ook de typografie van de titel op de cover en de rug aangepast, altijd goed voor een vloek bij verzamelaars. In het Nederlands zijn de eerste vier delen dan ook niet opnieuw uitgegeven met gloednieuwe covers zoals in het Frans.
Nu goed, na een opmerkelijke missie kreeg Vince de positie van Janitor aangeboden. De Janitors stammen af van krijgsmonniken in de middeleeuwen en zijn nu speciale agenten die het kwaad aanpakken in de kringen van bisschopen en kardinalen, maar ook daarbuiten. Er zijn slechts twaalf Janitors (even veel als Jezus' apostelen). Ze kennen elkaar niet en er wordt pas iemand vervangen als hij overleden is. Een license to kill heeft Vince alias Trias niet, al vormt dat geen bezwaar om dat toch te doen als dat niet anders kan. In Satans Proefbuis vormt een Mexicaans eilandje het decor voor zijn nieuwste onderzoek waarin overlevende nazi-dokters en de organisatie die op hen jaagt, experimenten met tweelingen en een megalomaan, extremistisch plan van een geschift, machtig figuur (zoals vele booswichten in de James Bond-verhalen eigenlijk). Dat Vince de aangwezen Janitor is om hier komaf mee te maken, moge duidelijk zijn. Zelfs de spoken uit zijn verleden hebben hier rechtstreeks mee te maken.
Dit is geen comebackalbum in schoonheid. Daar ontbreekt Yves Sente toch net dat tikkeltje extra voor waar collega's als Jean Van Hamme of Stephen Desberg een overschot aan hebben (maar afgeven aan een ander, ho maar!). In welke mate co-scenarist François Boucq heeft bijgedragen aan het verhaal vol flashbacks (die weliswaar heel wat ophelderen over Vince' verleden) is ons een vraag, maar zijn Bouncer-achtergrond schemert enigszins door in de groteske finale. De auteurs doen niet eens moeite om het basisidee uit The Boys from Brazil op te lappen. Af en toe krabden we toch even achter onze oren.
Niettegenstaande deze inhoudelijke bezwaren scoort Satans Proefbuis bij ons wel punten met de vorm. Boucqs beestige, rauwe realisme leent zich niet voor mooie, gelikte plaatjes. Hij benadrukt liever smeerlapperij, verderf, verschrikkingen, onrust, haat,... Met dit album liet hij zich op zijn wenken bedienen. Hij wel. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2017 |