Bibliografie van Jordi Bernet
• Tex Willer Classics
Bibliografie van Enrique Sánchez Abulí
• De Houding van de Missionaris
• María Dolare$
• Te Menselijk...
• Zwarte Oortjes
TORPEDO 1936 INT 1


Alex Toth/Jordi Bernet + Enrique Sánchez Abulí • Uitgeverij HUM!
156 p. (HC)
Grote comeback

Torpedo is een van de meest cynische reeksen die we kennen met een van de grootste schoften in de hoofdrol. En het is ook een van onze grootste favorieten aller tijden. De reeks werd in 1981 gecreëerd door de Amerikaanse tekenaar Alex Toth en de Spaans-Franse scenarist Enrique Sánchez Abulí en bestaat uit een zestigtal verhalen van gevarieerde lengte waarvan slechts een paar de reguliere albumlengte kennen. Maar die zijn minder briljant van opzet dan het kortere werk. Na de twee albums die zijn verschenen in de collectie Titanic, naar het gelijknamige stripmaandblad voor volwassen lezers, bleef de Nederlandstalige lezer verstoken van meer giftig Torpedo-plezier. Uitgeverij HUM! is op het zalige idee gekomen — applaus! — om de complete reeks in vijf integrale bundels uit te geven. Dat gebeurt op een wat kleiner formaat, maar dat kunnen de tekeningen wel hebben. Het gelige papier geeft de indruk dat je verdorven pulpmateriaal leest. Net goed voor deze reeks.

Luca Torelli alias Torpedo is van Siciliaanse afkomst die bij gebrek aan een deftige job in New York, waar hij naartoe emigreerde, zijn diensten verhuurt aan de meestbiedende. Meestal gaat het om het elimineren van een rivaal, een overspelige vrouw of een vervelende getuige. Torpedo is dus een huurmoordenaar, meerbepaald in de jaren 1930. Hij wordt bijgestaan door de klunzige en schijterige Rascal die al eens moet opdraaien voor de daden van zijn baas. Doorgaans werkt Rascal gewoon op de zenuwen van Torpedo en ook dat moet de arme naïeveling bekopen.

Huurmoordenaars zijn er in de stripwereld in alle soorten en maten. Ook Torpedo komt wel eens filosoferend uit de hoek zoals zijn collega in De Killer. Maar dat gemijmer leidt snel naar oneliners om van te smullen. In latere verhalen over zijn jeugd in Sicilië en zijn eerste jaren in New York wordt zijn achtergrond gefileerd en begrijp je beter waarom hij zo'n doemdenker zonder vrienden is geworden. En ook waarom hij vrouwen zo dikwijls brutaal bejegent.

Vrouwen verdienen beslist een apart hoofdstukje in deze bespreking. Ofwel zijn ze gevaarlijke femmes fatales die Torpedo wel de baas kunnen — niet zelden door hun zware boezem of voluptueuze lichaam in de strijd te werpen. Ofwel behandelt Torpedo de minder zelfzekere vrouwen die zijn pad kruisen als objecten op wie hij zijn lusten op botviert of hen zelfs harde klappen verkoopt. Een enkele keer vindt hij een ontvoerde vrouw terug, vastgebonden op een bed. De gelegenheid maakt de dief en hij profiteert van de situatie om het machteloze meisje te verkrachten. Ook de geil geworden Rascal zien we met de broek op de enkels.

De eerste twee kortverhalen werden getekend door Alex Toth, maar hij kon zich helemaal niet vinden in de gewelddadige toon en de weinig sympathieke 'held'. Jordi Bernet nam het penseel van hem over en tekende de reeks tot het einde. In de evolutie van de reeks valt op dat Bernet het in latere verhalen soms karikaturaler aanpakt met minder details en decors als gevolg. In die verhalen tekent hij mannen met meer komische gezichten en vrouwen met groteskere verhoudingen, een wespentaille en dikke borsten incluis... maar steevast verdomd sensueel, zeker als er een losse haarlok voor de ogen valt. Ondertussen tekende hij er namelijk ook de komisch-erotische strip Klaartje bij Nacht bij, eveneens op scenario van Abulí. In net zo veel gevallen herpakt Bernet zich telkens in het verhaal dat erna komt en zien zijn vrouwen er weer uit alsof ze zijn weggelopen uit Milton Caniffs Terry and the Pirates of Steve Canyon. Sommige types zie je ook terug in de reeks Pin-Up van Philippe Berthet en Yann. Over Caniff gesproken. Bernet bedient zich van een heerlijke penseellijn met veel zwart-witcontrasten naar Caniffs voorbeeld. Alle verhalen waren bedoeld voor een publicatie in zwart-wit. Ten behoeve van de commercie werden er toch enkele albums ingekleurd. Een overbodig karwei want het zwartgallige Torpedo behoeft geen kleur.

Torpedo is zeker een brutale reeks. Elke keer er een vrouw opduikt, mag je er zeker van zijn dat ze binnen de kortste keren van kop tot teen in haar blootje is te zien. Sexy zijn die passages niet altijd. Een vrouw die wordt vernederd of pas slaag heeft gekregen, is niet opwindend. Helemaal grof wordt het pas wanneer er naakte minderjarigen in beeld komen. Je vermoedt dat Abulí het steeds zwaarder had om zijn publiek, dat snel aan iets gewend raakt, te blijven choqueren. Poedelnaakte meisjes die hun seksualiteit uitspelen, komen op de duur net iets te veel aan bod om ze door de vingers te zien.

Naast lust hakt het geweld er ook goed in. Hele magazijnen van repeteergeweren worden erdoor gejaagd. Het bloed spat in het rond en druipt uit levenloze lichamen. Wellicht vielen Amerikaanse lezers (de reeks werd vertaald in veertien landen) meer over de rook uit Torpedo's eeuwige sigaret in de mond dan over de rook uit pistolen en geweren. Veel andere vormen van geweld passeren ook de revue. Vuisten knallen (zelfs een paard krijgt een slag voor de harses) en messen worden gezwind in lijven geplant, al gaat er niets boven een stevige trap in de nutsack.

De verhalen spelen zich hoofdzakelijk af in New York of niet ver daarbuiten. Door wellicht gebrek aan inspiratie werd het decor ook weleens verlegd naar Spanje, Cuba of Sicilië als het over de jeugd van Torpedo gaat. New York in al zijn grootsheid zien we in de crisisjaren van de jaren 1930 vooral vanuit donkere straatjes, groezelige kantoortjes en nachtclubs waar seks en muziek de atmosfeer bepalen.

Het werkelijk unieke aan de reeks, en ook wel de grootste troef, is het humorgehalte. Verwacht je aan heel veel snedige opmerkingen en dialogen, gemene replieken, maar ook onvervalste slapstick en originele situatiehumor. Zo zien we Torpedo en Rascal — duidelijk in zijn schik — een enkele keer een afrekening maken verkleed als clowns.

In 1987 verscheen het tweede en laatste vertaalde album. Dertig jaar (!) later maakt Torpedo wat ons betreft zijn grote verdiende comeback dankzij deze integrale reeks, maar er is ook een werkelijke comeback gepland met gloednieuwe verhalen door Brian Azzarello en Abulí. Op prenten die al werden vrijgegeven, herkenden we een oudere Luca Torelli. De komende jaren zijn we van nog veel Torpedo-leesvoer verzekerd.

> DAVID STEENHUYSE — juni 2017