BUFFALO RUNNER
Tiburce Oger • Microbe 80 p. (HC)
|
|
Haakse confrontaties |
|
Onnozelaars die tenderfoots! Waarom dachten ze zomaar het grote geluk te vinden in het Wilde Westen? Wie vraagt er nu ook aan het grootste crapuul van Zuid-Texas of ze even mogen uitblazen in hun afgelegen woestijnhut! Beleefd als ze zijn, willen ze dan nog betalen voor die gastvrijheid. Maar naïeve gelukszoekers en outlaws zijn geen goed huwelijk. Even later hangen de gringo's dan ook berooid te bungelen aan een verdorde boom. Onder de loden zon beginnen de drie woestelingen dan maar de dochter van de trekkers te verkrachten. Plots een schot. Dan nog een. En een derde. Een voor een wordt het crapuul neergeschoten door een oude cowboy. Edmund Fisher is terug. Het meisje is gered. De twee besluiten zich te verschansen in de hut. Maar de rest van de bende is niet ver en zal uiterlijk morgenochtend de aanval op de hut inzetten. Terwijl de nacht valt, vertelt de oude Edmund Fisher zijn hele leven aan het meisje. Het was geen pretje.
Jaren na zijn fantastische, om een integrale versie smekende Het Pad van de Schimmen keert Tiburce Oger terug naar het westerngenre. Maar in tegenstelling tot Undertaker, Stern en andere Dukes, kiest de Fransman niet voor de westernclichés. Zijn held koestert de keerzijde van de cowboyromantiek. In een aaneenschakeling van lange anekdotes herleeft Edmund Fisher zijn woelige geschiedenis. Van Zuiderling in de Secessieoorlog, een schutter die duizenden bizons doodschoot voor hun huid, dwarse indianen, uitgeputte dorre akkers,... alles passeert de revue. En het Wilde Westen heeft hem niet bepaald verwend.
Tiburce Oger is geen geboren scenarist, maar hij leert vlug. In tegenstelling tot zijn vorige project Canoë Bay, getekend door Patrick Prugne, leest deze Buffalo Runner wel als een trein. De raamvertelling mét een typisch Oger-einde, staat als een huis. Energiek en flitsend zoals we het graag lezen. De Fransman leek hiermee vlotjes op weg naar een grote onderscheiding. Maar de strikt chronologisch vertelde emmer vol drama die Edmunds leven was, was er voor ons uiteindelijk te veel aan. Het oerklassieke tijdsverloop van zijn vertelling werkte te verstikkend en die voorspelbaarheid staat te haaks op de nachtelijke spanning van de raamvertelling. Het is precies een gedwongen huwelijk tussen twee vertelstijlen, en dat wringt.
Ach, het is detailkritiek van een zware fan, want alleen al voor de tekeningen verdient Buffalo Runner een onderscheiding. Zijn specifieke stijl — Alec Severin (Urkania) gecombineerd met de pastelinkleuringen van Fabrice Le Hénanff (Westfront) — komt eerst wat vreemd over, maar kruipt al snel onder je nagelriemen. Het is geleden van Miami Vice dat we nog zoveel geweld gezien hebben in roze en lichtblauw. Maar het werkt! Meer nog, dit is mooi! Heel mooi! Uitgeverij Microbe doet er ook alles aan om de tekeningen tot hun recht te brengen. Prima uitgave, netjes ingebonden én vooral heel mooi gedrukt. Zo hoort het. Bovendien kon de uitgever niet kiezen welke cover hij de mooiste vond. De melancholische blauwe of de energieke rode. Vandaar dat hij ze maar alle twee op de markt gooide. Aan jou de keuze.
Deze Buffalo Runner bevestigt opnieuw de eigenzinnige keuzes van de nieuwe uitgeverij Microbe. Strips die net dat tikkeltje anders zijn en blijven plakken aan de ribben. Dat er nog snel meer mogen volgen. |
|
> WOUTER PORTEMAN — maart 2017 |