SUSKE EN WISKE 336 Het Omgekeerde Land
Luc Morjaeu + Peter Van Gucht • Standaard Uitgeverij 48 p. (SC)
|
|
De cirkel lijkt rond |
|
De titel en de verhaalsamenvatting van het nieuwste Suske en Wiske-album deden ons meteen denken aan de betere verhalen van Jommeke waarin er iets grondigs fout loopt met de bewoners van Zonnedorp, dikwijls door toedoen van een uitvinding van professor Gobelijn, of waarin hij met zijn vrienden in een vreemd land terechtkomt waar er bij iedereen wel iets scheelt.
Zonder onmiddellijk in het vaarwater van Jommeke te verzeilen, keren Luc Morjaeu en Peter Van Gucht terug naar het Sprookjesland dat in een van Willy Vandersteens betere albums, De Schone Slaper, voorkwam. Magie zorgt ervoor dat Wiske een jongen wordt, Suske een meisje en Lambik en Jerom in elkaars lichaam belanden. Al wie tegenwoordig Sprookjesland betreedt, wordt geconfronteerd met een omgekeerde transformatie in uiteenlopende vormen. Het belangrijkste decor is overigens een omgekeerd kasteel dat aan de wolken hangt. Een gothic ogend prinsesje houdt er het jongetje Wiske gevangen als permanent speelvriendje. Terwijl onze vrienden alles weer bij het oude proberen te krijgen en een oplossing te bedenken voor het prinsesje, passeren heel wat gekende sprookjes de revue, maar nèt iets anders. Hier zien we bijvoorbeeld een hongerig Roodkapje een wolf achtervolgen, een dwerg met zeven Sneeuwwitjes en een flauwe moppen tappend spiegeltje aan de wand.
We hebben in andere middens wel eens opgemerkt dat we Peter Van Gucht goed vinden in het bedenken van grappen, maar dat er soms iets schort aan zijn weinig opzienbarende plotjes waarvan ons na lezing amper iets bijblijft. Er is een verschil tussen iemand die een solide verhaal van A tot Z kan uitwerken en iemand die dat stoffeert met geslaagde grappen die de voortgang van het verhaal weliswaar niet al te veel verstoren. We willen ons al lezer niet geïrriteerd voelen door de indruk dat bepaalde plotwendingen er enkel zijn om een grap te presenteren. In Het Omgekeerde Land slaagt Van Gucht er naar ons inzien in om beide vereisten tot een goed einde te brengen.
In dezelfde week van Suske en Wiske 336: Het Omgekeerde Land verschenen met deel 7 en 8 de laatste twee albums van De Vrolijke Bengels door Willy Vandersteen. Luc Morjaeu tekende beide covers en het plezier spat ervan af. Goeie inkleureffecten ook die het vintagegehalte uitspelen. De afleveringen dateren uit de periode 1953/1954 uit het stripweekblad Ons Volkske en als toemaatje krijgen we in deel 8 enkele niet verder uitgewerkte gags in potloodvorm te zien. Samen met uitgeverij Adhemar (zie de reeks Uit de Archieven van Willy Vandersteen) doet Brabant Strip vzw mooi mee aan de restauratie en het optimaliseren van Vandersteens minder bekende œuvre.
De Vrolijke Bengels is lang niet altijd even geslaagd als veel van Vandersteens andere (gag)reeksen. Het gaat al te vaak de anarchistische belhameltoer op met een oerdomme politieman als gedroomd slachtoffer met vergezocht, maar al bij al braaf pestgedrag. Voor zowel schurk Job als de vier kinderen die elkaar koeioneren, telt god noch gebod, maar de formule is al vroeger dan acht albums uitgewerkt. Vanaf pagina 33 in deel 7 zitten alle hoofdpersonages nog in hetzelfde schuitje door mee te varen op een schip dat een verlaten eiland aandoet. Tot de laatste officiële gag in deel 8 duren hun belevenissen op het schip en het eiland à rato van één gag per pagina.
Uit De Vrolijke Bengels en na Vandersteens vertrek bij Ons Volkske vloeide de variant De Lustige Kapoentjes voort dat vooral onder Marc Sleen een bloeiende en lange carrière kende. Alle gags van Sleens De Lustige Kapoentjes verschijnen tegenwoordig bij Adhemar. De cirkel lijkt rond. |
|
> DAVID STEENHUYSE — september 2016 |