Help! Help! Meer hoeven Jeremiah en Kurdy vandaag de dag niet meer te horen om zich in de nesten te werken. Nadat Kurdy een verdwaasd meisje van de verdrinkingsdood gered had, besloten ze haar terug naar huis te brengen. Na een zware tocht door een schoonvergeten gebied komt het trio aan in een grauw vissersdorpje dat permanent omhuld wordt door een verstikkende mist. Het enige licht dat de dorpelingen zien, is hun verblindend geloof in Jezus en in zijn gezant op aarde, de prediker Jason. In deze sektarische hel zijn Kurdy en Jeremiah even welkom als een gevulde gans op het bedrijfsfeestje van Gaia. Zeker als blijkt dat de dorpelingen achter hun broze façade een stinkende beerput verbergen.

Na enkele mindere delen waarin onze lustige reddertjes meer op zoek waren naar zichzelf of naar een of andere wanhopige 'uitdaging', knoopt de controversiële Hermann weer aan met een oerdegelijk scenario. Natuurlijk zoekt de benige Kurdy problemen. En even natuurlijk speelt het geweten van Jeremiah weer op, maar dit is slechts een vertrouwde proloog voor een apocalyptisch verhaal. Een combinatie van de gelaagdheid van De Bloedbruiloft, van de beklemmende sfeer van Het Woedende Water en vooral van de dichte drukkende nevel van zijn Brugs Luguber Verhaal, zorgt dat deze Jeremiah er weer staat. En even fijntjes merk je ook weer Hermanns mening op over de almacht van de bijbelfanatici. Toevallig leest Jeremiah het boek The Origin van ene Mankind, oftewel Het Ontstaan van de Mens.