DWARF 4
ErĂ  Drakka


Shovel • Daedalus
64 p. (HC)
Hoofdbrekens

Sinds de dwerg Oth gebukt ging onder het merkteken op zijn lichaam dat tot het verraad van het dwergenvolk zou leiden, heeft hij heel wat watertjes doorzwommen. In dit deel eist hij op wat hem werkelijk toekomt: de troon van de koning... die in feite van de elfen is, en net dat wilde koning Traurig met alle macht voorkomen. Oth is op weg om recht te doen geschieden. Hij bevindt zich in bont gezelschap. Een locatie die ze aandoen, is het zwevende rijk Belian waar hij de oervaderen moet bezoeken. Zij gedragen zich een beetje als een soort Knight Who Say Ni uit Monty Python and the Holy Grail. De plaats en de personages zijn nog maar eens een sterk staaltje van Shovels fantasie. Maar de reis naar een ultieme confrontatie is daarmee nog niet ten einde.

Dwarf is héél erg goed begonnen, zakte daarna wat in door een teveel aan... tja, te veel 'teveel' waardoor Shovel in het laatste deel eerst nog wat onkruid moet wieden voor hij zonder verdere hinder kan doorstoten naar het einde. De praatvaar in hem heeft de vertaler en letteraar van Daedalus hoofdbrekens bezorgd want de tekstballonnen zijn te regelmatig te klein om de woordenvloed te bevatten. Het is naar adem happen waardoor het leesritme vaak stokt. Het gaat enigszins ten koste van de luchtigheid die Shovel in zijn verhaal penetreert. Wellicht is dit allemaal het kwalijke gevolg van het feit dat Dwarf aanvankelijk als vijfdelige reeks was aangekondigd.

Kortom, Dwarf is nog best een goeie heroïc fantasyreeks, maar met enkele gebreken. We zijn niettemin benieuwd wat Shovel (het pseudnoniem van Mario Sénéchal) eerstvolgend zal presenteren. Dwarf is trouwens een van de reeksen die Dimitri Fogolin vakkundig heeft ingekleurd. Je kent zijn werk sinds kort ook van De Rode Ridder.

> DAVID STEENHUYSE — juni 2016