Bibliografie van Sempé
• De Wereld van Sempé
Bibliografie van René Goscinny
• Asterix
• Chick Bill
• Chick Bill (deel 47)
• De Complete Jerry Spring
• De XII Werken van Asterix
• Hoempa Pa
• Iznogoedh
• Jerry Spring (deel 6)
• Johan Pikbroek
• Lucky Luke
• Lucky Luke - Dargaud (deel 1 t/m 7, 9 t/m 14, 16, 17, 22)
• Lucky Luke - Dupuis (deel 9 t/m 31)
• Meester Mus
• Pechvogel
• Spaghetti
DE KLEINE NICOLAAS 1


Sempé + René Goscinny • Atlas
158 p. (HC)
Een heleboel verschrikkelijke lachsalvo's
Neen, dit is geen strip. En dan? De Kleine Nicolaas is een in Frankrijk multipopulair en fenomenaal verkopend kinderboekenreeksje dat zelfs lange tijd circuleerde op de verplichte leeslijst van de schoolgaande jongeren aldaar. De eerste druk van deze uitgave is alweer 45 jaar oud en verscheen net in een (nieuwe) vertaling bij Atlas. Maar we hebben je de schrijver nog niet voorgesteld, al behoeft deze geen verdere introductie: René Goscinny, in 1977 overleden maar onsterfelijk in de stripliteratuur en daarbuiten dankzij de twee giganten Lucky Luke en Asterix waarvoor hij vele scenario's schreef.

Valt Goscinny als kinderboekenschrijver mee? Nou, dat kan je wel zeggen! Mochten we halverwege het boek niet wagenziek zijn geworden en de fraaie, witte pagina's voor onzedelijke vlekken wilden behoeden, dan hadden we dit nagenoeg in één ruk uitgelezen. Zo hilarisch zijn de weerspiegelingen van de scherpzinnige ukkepuk Nicolaas. Je mag ons gerust van overdrijving beschuldigen, maar op elk van de meer dan 150 pagina's valt wel wat te lachen, zoniet te schaterlachen. Ofwel door de rake typeringen van mensen, reacties en situaties ofwel door de situaties zelf. Goscinny was ongetwijfeld één van de grootste humoristen, binnen en ver buiten zijn vakgebied. Dat zijn we nu wel zeker. We zouden bij deze graag onze copywritersziel vermoorden om toch maar geloofwaardiger over te komen.

In net geen twintig kortverhalen, vertelt Nicolaas je met verve over wat er zich die dag allemaal in zijn leefwereldje afspeelde. Meestal is dat op school of thuis en al even dikwijls ontaardt een basisgegeven in absolute chaos of weer maar eens een vechtpartij, maar o, o, wat hebben ze dan een lol. De rampzalige gevolgen mogen zeker niet steeds Nicolaas alleen verweten worden. Zo belandt de gehele klas na een desastreuze repetitie van het nationale volkslied in het washok tijdens het bezoek van een minister aan het schooltje. Aan elk van zijn klasgenootjes mankeert trouwens wel wat. We vernoemen graag de intelligente, maar verschrikkelijk paranoïde lieveling van de juf Agnanus, rijkeluiszoontje Godfried — die er niet om geeft dat er tijdens een gevecht een scheur komt in zijn nieuwe voetbalplunje, want 'Mijn papa koopt gewoon een heleboel andere voor me!' — en de dikke vreetal Alcestus. Een klein, maar onuitputtelijk universum voor de gulle lach.

In de beperking toont zich de meester. Ondanks een doelbewust beperkte woordenschat weet Goscinny in sneltreintempo de ene kwinkslag na de andere op papier te toveren die na 45 jaar nog steeds niet gedateerd overkomen. Ons brein draaide grote toerentallen om onze lippen op de glimlachstand te houden en regelmatig te transformeren naar de grinnik, de gnuiflach, de schaterlach of de ik-kom-niet-meer-bij-lach. Als je het goeie idee krijgt om eens een uitgave te kopen zonder prentjes in kaders met tekstballonnen (want Sempés tekeningen vinden wij overschat), onthoud dan alvast het woord 'verschrikkelijk' als bijvoeglijk naamwoord. Het was lang geleden dat we het nog eens zo aanstekelijk zagen gebruikt worden. Dat Atlas maar vlug de andere boekjes uitbrengt. Onze nieuwe verslaving heeft voeding nodig.
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2005