Bibliografie van Alex Alice
• Het Derde Testament
• Het Derde Testament
• Het Derde Testament - Julius
• Het Kasteel van de Sterren
SIEGFRIED 1


Alex Alice • Dargaud
72 p. (HC)
De Wagner van het beeldverhaal
In het begin was er niets, een eeuwige duisternis. Uit deze duisternis werd het heelal geboren en met het heelal de goden. Niks of niemand kon de oppergod Odin ook maar een strohalm in de weg leggen. Niks? Nee, goud blijkt de sleutel tot de ultieme macht te zijn. Maar goud maakt niet gelukkig en wie de macht van het goud weet te beheersen, zal nooit liefde kennen. Om te voorkomen dat een dergelijk scenario ooit een realiteit zal worden, verbergt Odin het goud in de diepste diepten van de diepste rivier. De bewaking vertrouwt hij toe aan zijn oudste dochter, een van de beruchte Noorse strijdgodinnen, beter bekend als de Walkuren. De meest verwerpelijke en afzichtelijke der Nibelungen, Fafnir, heeft zijn oog laten vallen op de bewaakster. Zij wijst hem echter keer op keer af, tot grote frustratie van de Nibelung. Op een dag voltrekt zich het noodlot, het enige waaraan Odin niet had gedacht: de liefde. De Walkure valt voor een mens en verzuimt aan haar plicht. Waanzinnig van verdriet vervloekt Fafnir de liefde en gaat hij er vandoor met het goud. De oppergod duldt echter geen verraad en opent de jacht op zijn dochter en haar geliefde. Ondertussen liet Fafnir het goud echter omsmeden tot een machtsinstrument door meestersmid Mime. Maar al te snel wordt hij aan de vloek van de ring herinnerd. Macht is geen substituut voor liefde en bij de Nibelung slaan alle stoppen door. Zijn onderaardse rijk herleidt hij in een mum van tijd tot ruïnes terwijl hij de Nibelungen naar alle uithoeken van de wereld verbant. Meestersmid Mime is een van de bannelingen en treft in de bossen in het verre oosten Odins stervende oudste dochter aan. Deze vertrouwt hem haar zoontje Siegfried toe, het is haar laatste wens dat hij de jongen opvoedt buiten het weten van de goden om, een wens die Mime niet kan weigeren...

Siegfried is integraal gebaseerd op het opera-epos Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner, een werk dat auteur Alex Alice (tekenaar van Het Derde Testament en wat comics van Tomb Raider) al sinds zijn jeugd fascineert. Hier en daar brengt Alice de nodige wijzigingen aan want dit is nog steeds een stripverhaal en geen opera. Maar het is ook weer niet enkel een stripverhaal, Alice zag het veel groter. Het was Alice' bedoeling dat er naast een stripverhaal ook een animatiefilm van de saga gemaakt zou worden, een film "naar de grote traditie van de producties van Walt Disney en Hayao Miyazaki".

Het verhaal dat Wagner in zijn opera vertelt is op zich al prachtig en als je dat goed bewerkt dan kan het resultaat fenomenaal zijn. In omgekeerde richting kunnen we dit goed vergelijken met de manier waarop Peter Jackson The Lord of the Rings meesterlijk vertaalde naar het witte doek. Maar Alex Alice is in de eerste plaats striptekenaar en geen scenarist, zelfs al blijkt hij die taak prima te vervullen. Het tekenwerk is om de vingers bij af te likken, we worden meer dan eens getrakteerd op paginagrote illustraties en bladschikkingen die bij veel auteurs een brug te ver zijn. Alice weet op sublieme manier de hartstocht, woede en twijfel van de hoofdpersonages in beeld te brengen. We waren niet zomaar de lezers van een stripverhaal, we zagen hoe voor onze ogen geschiedenis geschreven werd. Na afloop voelt het allemaal levensecht aan en daar stonden we toch wel even bij stil. Misschien tijdens het lezen de opera van Wagner maar opzetten?

In Frankrijk verscheen naast de reguliere versie ook een speciale editie van dit album. Naast het eigenlijke verhaal zijn een zeventigtal extra pagina's toegevoegd. De inhoud van die pagina's is op zijn minst divers te noemen: een interview met de auteur, toelichtingen, schetsen, schilderijen, previews uit de film en nog zoveel meer. Met als toemaatje ook nog een dvd met daarop een voorproefje van de animatiefilm.

Alle goede dingen bestaan uit drie. Gelukkig maar, want anders was Siegfried een one-shot geweest. Nu mogen we op zijn minst uitkijken naar een tweede en derde deel. Hopelijk zijn die even subliem als deze eersteling.
> HANS DE BISSCHOP — november 2007