Bibliografie van Claude Auclair
• Bran Ruz
• De Zwarte Dame
• Een Stem die van Nergens Komt
• Grizzly
• Het Eiland Arroyoka
• Hij
• Jason Muller
• Tuan McCairill
SIMON VAN DE RIVIER - KRONIEK VAN EEN TOEKOMSTIGE WERELD Boek 1
De Ballade van Roodhaar - De Stam van de Ruiters - De Slaven


Claude Auclair • Sherpa
184 p. (HC)
Simon de nobele wilde

We zijn hem ooit als jonge blaag tegengekomen, Simon van de Rivier. Als we ons niet vergissen, was het het album De Slaven dat we uit de bib mee naar huis sleurden. Nu, toegegeven, we waren zo leeshongerig dat zelfs de ingrediëntenlijst van een doos beschuiten gelezen werd. Maar toch, er was iets blijven hangen.

De wereld zoals we hem kennen, bestaat niet meer. Oliecrisissen leidden tot oorlogen en de civiele onrust die op de oorlogen volgde, ontwrichtte uiteindelijk de hele maatschappij. Mondiaal implodeert de samenleving zoals we hem kennen. De steden worden geregeerd door gewapende bendes terwijl op het platteland de mensheid terug het land ploegt. Brandstof is uiterst schaars, en de technologische vooruitgang stopt. Er is geen centraal gezag meer.

Zoals we kunnen lezen in de biografie vooraan in deze eerste integrale van drie is Claude Auclair een idealist. Het zijn de late jaren 1960, de vroege jaren 1970, en Auclair is wat men gemakshalve wel eens een hippie pleegt te noemen. In zijn Simon van de Rivier zie je zijn visie duidelijk. Simon is de nobele wilde, de man met rechtschapen eerlijkheid en het gelijk van de vertrapten aan zijn zijde. De machtshebbers van de steden, een gewapend zootje fascisten dat zich de laatste restjes technologie heeft toegeëigend, overduidelijk de slechten.

Auclair kan tekenen, laat daar geen twijfel over bestaan. Zijn Bran Ruz staat welverdiend in onze
Grenzeloze Top 500. Over zijn scenario's is onze mening dan minder lovend. Het idee van een hervormde samenleving schept mogelijkheden, maar Auclair bezondigt zich maar al te vaak aan overbodige tekstkaders. Ook komt zijn zweverig idealisme ons, cynische klootzakken van de eenentwintigste eeuw, maar al te vaak wat storend over. Vooral het eerste album De Ballade van Roodhaar is haast onleesbaar. Auclair springt van de hak op de tak, gebruikt enorm breedsprakerige tekstballonnen en maakt er scenariogewijs een potje van. De tekeningen redden wat er te redden valt.

Uiteindelijk, met De Slaven, begint alles vlotter te lopen. We geloven meer en meer in Simon, zijn beweegredenen zijn duidelijker, en hier is duidelijk met meer kennis van zaken aan geschreven. Deze eerste bundel laat goed zien hoe Auclair zijn eigen stem vindt, en die ook leert te doseren, zodat we aan het einde kunnen spreken van een goed verteld verhaal.

> WIM DE TROYER — oktober 2015