PARADIJS OP AARDE 
Integraal


Stijn Gisquière • VOS Uitgeverij
144 p. (HC)
Gent, onze ex

We hebben heel wat tranen gelaten in Gent. We hebben ze laten neervallen van wanhoop in cursussen en aan de boezem van vrouwen die ons verlieten. We hebben ook heel wat gelachen in Gent. In het samenzijn van vrienden van wie we de namen zijn vergeten, in cafés die niet meer bestaan. We hebben door de straten gedoold, niet meer wetend van welk hout pijlen maken, en we hebben in de parken onszelf verloren in het zonlicht van een zomer die nooit leek te eindigen. Ach wat waren we jong en onnozel.

Het is daarom dat we zo graag nog eens door haar straten lopen. Als een oude geliefde die je passeert op straat en die je toewuift van op haar fiets. Je bent verder gegaan, maar de weemoed blijft. En weemoed is er in deze bundel van Paradijs op Aarde voldoende aanwezig. Met een gevoelige pen beschrijft Gentenaar Stijn Gisquière het leven van alledag. Soms over de liefde, soms over de dood, soms over onvervulde dromen.

Gisquière bezondigt zich soms al eens aan een levensles, maar nergens is ze betuttelend of belerend. Er is ook net genoeg zwartgalligheid in aanwezig om te ontstijgen aan het drijfzand van de plakkerigheid. En hij bedient zich van een zeer leesbare, mooie stijl. Eentje waarvan we ons afvragen waarom we niet meer stripwerk van de man te zien krijgen.

De rol van Gent was ons in de eerder verschenen twee delen (respectievelijk in 2003 en 2005 verschenen) minder opgevallen, maar in deze integrale, waarin bijkomend niet eerder gepubliceerde verhalen zijn opgenomen, konden we er niet naast kijken. De straten en pleinen waarover we gedoold hebben, de tramsporen waarop we armen en benen braken, de parken waar we geblokt en gezond hebben. Het zit er allemaal in.

En zwaaiend recht ze zich op de trappers en fietst alweer de straat uit, de stad die voor drie jaar lang ons paradijs op aarde was.

> WIM DE TROYER — september 2015