MCQUEEN 1 Drie Kleine Aapjes
Emilio Van der Zuiden • Gorilla 48 p. (HC)
|
|
Dik genieten |
|
Het is halfelf, en ik denk eraan om af te taaien als de deur van mijn kantoor openzwaait. Een roodharige. Buiten loeit de stad haar doodsschreeuw terwijl de regen met bakken naar beneden komt. Roodharigen zijn altijd problemen. Maar zolang mijn spaarpotje even leeg is als de fles Famous Grouse in de onderste lade van mijn bureau sla ik geen enkele klus af.
— "Ik heb een delicaat zaakje voor u."
— "Gelukkig maar, snoes, want de slager is hiernaast", brom ik, een Lucky Strike in de linkermondhoek.
Ze trekt haar netkous recht en gunt me even een blik in haar decolleté. Ik word bespeeld als een goedkope viool in een zigeunerkamp, maar ik laat ze betijen.
— "U bent striprecensent?"
— "De beste, moppie."
Haar neusvleugels trillen licht, een miniem spottende glimlach rond de perfect rood gestifte lippen jaagt een rilling over mijn ruggengraat terwijl ze een album over het versleten dennenhout naar me toe schuift.
— "McQueen." De naam valt als een lijk in het modderige water van de Hudson.
Dit is narigheid. Dit is een dijk van een strip. Eentje waarvan de tekeningen achter je rechteroor een zo harde knoert geven dat je twee weken sterretjes ziet terwijl het scenario xylofoon speelt op je ribben met een loden pijp. Haast net zoveel details als Geoff Darrow in de tekeningen, gekoppeld aan de lijnvoering van Charles Burns, met de koppen en tieten van Dick Matena (de koppen en tieten die hij tekent, niet die hij heeft). Dit is dik genieten.
Het hoofdpersonage McQueen is een getroebleerde ex-smeris met een detectivepenning. Bijnaam: de Makaak. In het New York van de jaren 1960 probeert hij niet alleen het dochtertje van zijn girlfriend in a coma terug te vinden, maar maakt hij ook jacht op een oud beeldje met de welbekende aapjes die de handen voor ogen, mond en oren houden. The Maltese Falcon is nooit ver weg. Soms moet je er wat moeite voor doen, als Emilio Van der Zuiden bijvoorbeeld ineens de leesrichting van onder naar boven laat lopen. Ook wordt er voorlopig nergens uitleg gegeven over waarom McQueen afgebeeld wordt als een blauwe aap in een realistische strip. Zijn spiegelbeeld is dan raar, maar waar, weer menselijk. Hij neemt wel veel pillen tegen hallucinaties.
We stellen het hier even flinterdunnetjes voor, aangezien de leukste plots degene zijn die je zelf leest. Het heeft geen zin dit hier samen te vatten. Als je maar enigszins vertrouwd bent met hard-boiled detectives, dan loont het de moeite dit tweeluik eens onder de loep te houden. |
|
> WIM DE TROYER — maart 2015 |