Bibliografie van Geert de Weyer
• 100 Stripklassiekers
• BelgiĆ« Gestript
• Stripjaar (vanaf 2004)
Bibliografie van William Vance
• Alles van W. Vance
• Alles van W. Vance
• Bob Morane (deel 1 t/m 8)
• Bruce J. Hawker
• Bruce J. Hawker
• Bruno Brazil
• Howard Flynn
• Marshall Blueberry (deel 1, 2)
• Ramiro
• Ringo
• Roderik
• XHG-C3
• XIII
STRIPSCHRIFT SPECIAL: WILLIAM VANCE 


Geert de Weyer/William Vance • Stichting Uitgeverij Stripstift
80 p. (HC)
Een uitgave dat noopt tot jaloezie
Dat de in Spanje gehuisveste Vlaming William Vance op het stripfestival van Turnhout (editie 2005) de Bronzen Adhemar won, is genoegzaam bekend. De meeste auteurs die in het verleden bekroond werden, kregen als extra hommage een heus Stripgids-dossier aan hun persoontje en carrière opgehangen. De laatste edities op A5-formaat stelden helaas niet veel voor qua uitvoering en leken inderhaast samengesteld.

Na de winst van de in België residerende Nederlander Dick Matena op de vorige editie, valt het op dat een Nederlands team opnieuw de sterkste kaart trekt. Het haast veertig jaar oude stripinformatietijdschrift Stripschrift toont zich in deze Stripschrift Special als een bekwame partner. Ervaring hebben ze natuurlijk al met knappe specials over bijvoorbeeld Hergé, Vandersteen, Giraud, Franquin en Morris eind jaren zeventig en in de jaren tachtig. De lay-out van Rudy Vrooman, tegenwoordig een veelgevraagd ontwerper in het Nederlandse stripmilieu, is een andere troef. Waarlijks een op technisch gebied ten zeerste te appreciëren uitgave, rijkelijk geïllustreerd met meer dan tweehonderd, dikwijls exclusieve illustraties.

Voor de inhoud zorgt stripjournalist Geert de Weyer (De Morgen, Radio 1), geen allemansvriend in de schamele Vlaamse stripjournalistiek. Wie als buitenstaander ooit verhalen hoorde uit diverse kampen lacht er beter om dan erbij stil te staan. Neen, opkijken doen we liever naar de Franse stripjournalistiek dat met grote regelmate dit soort boeken bijeenschrijft. Het publiek is er ook wel ruimer, dus minder kans op een risico-uitgave, hoewel er in Vlaanderen een kentering merkbaar is gezien de recente biografieboeken, interviewbundels en occasionele illustratieboeken van Paul Geerts, Jef Nys, Willy Vandersteen en Jan Bosschaert. Toen echter Vance dit uitgesponnen interviewboek onder ogen kreeg, opperde hij meermaals dat dit een Franse vertaling verdient. Je kan het hem niet kwalijk nemen, de Weyer heeft hem zijn hele leven uit de doeken laten doen en hem in alle respect de pieren uit de neus gehaald. Dit is daarom de meest uitgebreide en best geïnformeerde uitgave over en rond succesauteur Vance, de tekenaar van onder andere Ringo, Ramiro, Bruno Brazil, Bob Morane, Howard Flynn, bestseller XIII en zijn grote favoriet Bruce J. Hawker.

En dat er heel wat te vertellen valt, meten we af aan ons schuifje parate stripkennis dat we tijdens het lezen naarstig hebben aangevuld. Vance over censuur, Vance over het katholicisme (weliswaar er min of meer ingeluisd door de Weyer), Vance over politiek, Vance over militarisme, Vance over zijn scenaristen, Vance over vrouwen, Vance over succes, Vance over geschiedenis, want wat weet hij daar verbluffend veel over! Vertellers als Vance hoef je slechts bij te sturen, zo lijkt het, en zeggen dat Hergé hem ooit 'de Zwijger' noemde.

Aaneengesleutelde interviewsessies die Geert de Weyer ter plaatse in het Spaanse Santander aflegde, leverden dit ene boek af. Soms valt ofwel de Weyer ofwel Vance in herhaling in de verschillende hoofdstukken die zijn opgebouwd rond de belangrijkste hoofdpersonages. Tijdens het lezen ontglipte ons al na twee illustraties de zin om de specifieke code (in plaats van een duidelijk onderschrift) uit te pluizen die op het eind van het boek in de bibliografie verklaard staat. Het is niet alleen ergerlijk, ook de bibliografie zelf is verre van helder. En waarom de Nederlandse eindredactie volhardde in de boosheid om steeds "bijvoorbeeld" te spellen als "bij voorbeeld" is ons grootste bezwaar. In het boek staan ook enkele gagplaten en humoristische kortverhalen gepubliceerd. Leuk om dit soort stijltje onder ogen te zien, maar het blijven prulverhaaltjes, te vergeten jeugdzonden.

Ondertussen durven we nu al gewagen van een verkoopssucces. Hopelijk effent het de baan het voor toekomstige Stripschrift Specials. Met een medewerker als Geert de Weyer hebben ze alvast iemand in bruikleen wiens publicaties in meerdere opzichten jaloezie mag opwekken. Dat de striplezer er het meeste mee gediend is, is het allerbelangrijkste. De rest is te negeren onzin.
> DAVID STEENHUYSE — december 2005