HELDORADO 2 Esperar la Muerte
Ignacio Noé + Jean David Morvan/Miroslav Dragan • Casterman 48 p. (SC)
|
|
Indiaans slachthuis |
|
Azuurblauwe kusten, kleurrijke vogels, geurige bloemen. Op het eerste gezicht is het tropische eiland het droomdecor voor elke verleiding. Maar achter dit El Dorado schuilt een bloedrode hel. De lokale Indiase keizer laat slag om slinger zijn onderdanen ritueel slachten om een of andere god ter wille te zijn. Tot de zwaar verminkte Spaanse kapitein Abatirso met zijn vloot vol conquistadores aanmeert. Zijn enige ambitie is ter ere van zijn enige echte god iedere indiaan als een losgeslagen duivel over de kling te jagen. In deze waanzinnige straalstroom van geweld proberen we ons in te leven in het erbarmelijke lot van twee opportunistische jonge diefjes, Dathcino en Hutatsu, en — hoera — het knappe jonge meisje Initsii. Maar terwijl onze lezerssympathie twijfelt tussen meeheulen met de pest of de cholera, lijkt de enige hoofdrolspeler in dit idyllisch slachthuis een wrede ebola-achtige ziekte te zijn. Niemand is veilig voor deze blinde massamoordenaar. Nog nooit was de hel zo tastbaar.
Boe! Boe!! Het moet ons van het hart. Van onze kant uit een dikke awoert voor de marketingafdeling van Casterman. Het is een echte schande dat deze strip verkocht wordt zonder kotszakjes. Geen enkele strip, manga of comic serveert zoveel gratuit geweld als Heldorado. Iedere pagina verlegt onze tolerantiegrenzen weer wat verder. Toch tekenen we blindelings voor deel drie. Tussen die negorij in weten Dragan (De Gilde) en topscenarist Morvan een heel mooi consistent verhaal te vertellen. Zoetjesaan verneem je de echte drijfveren van de duivels en zie je aan de horizon, daar waar de brandstapels nog wat nasmeulen, toch enkele kleine hoopvolle lichtpuntjes. Tekenaar Noé die je kan kennen van een Franstalige Konvooi-spinoff en enkele strips die onder het label van het stripblootblad Playhouse Comix verschijnen, kiest hier voor een vreemde open tekenstijl. Elk gezicht is een gefixeerd drama, de bewegingen zijn eerder houterig en de contouren zijn superdik aangezet. Toch past die indiaanse Stassen-tekenstijl perfect bij dit mooi ingekleurd epos. Perfecte keuze!
Esthetisch is dit album absoluut een schot in de roos, maar je moet al een dikke maagwand hebben om het te kunnen uitlezen. Zeg nu niet dat we je niet gewaarschuwd hebben. |
|
> WOUTER PORTEMAN — oktober 2007 |