Het duo A. Dan en Laurent Galandon (De Wilde Vlucht) maakte tevoren het aangrijpende Tahya El-Djazaïr. In hun nieuwste tweeluik keert loopgravensoldaat Felix Castelan in 1919, na de Wapenstilstand, als een held terug naar zijn geboortedorp. Hij is ongerust. Ongerust om zijn vrouw terug te zien die hij in geen zes jaar heeft gezien. Ongerust om zijn zoon te zien die hij niet heeft zien opgroeien. Ongerust ook om zijn nieuwe gezicht te laten zien. Want Felix raakte zwaar gewond aan het gezicht door de inslag van een obus. De helft van zijn tronie is verborgen achter een masker. Bij aankomst verneemt hij al meteen dat zijn vrouw het tijdens zijn afwezigheid zou hebben aangelegd met zijn beste vriend die de oorlog niet overleefde. Ondertussen doodt een mysterieus persoon het vee van de dorpelingen. Henri Nivoix, een gerespecteerd speurder van de Parijse politie, komt ter plaatse een onderzoek uitvoeren. Terwijl Felix zijn identiteit bij elkaar raapt en de verloren tijd met zijn gezin wil inhalen, wordt hij onvrijwillig bij de vreemde zaak betrokken.

Bovenstaande inleiding biedt voldoende vooruitzichten op een geslaagd intimistisch drama met een beetje detectivespeurwerk erbij. Er is nochtans méér. Nog meer wendingen en verrassingen die het verhaal extra kruiden en scenarist Laurent Galandon zo'n beetje incontournable maken in de aanstormende generatie van het schrijversgild. Mogelijk zweeft hij nu nog onder jouw radar, maar eens je vertrouwd raakt met zijn werk schat je hem gegarandeerd net zo hoog in als de weinige sterke scenaristen waar je nu al mee dweept.