Bibliografie van Anlor
• Moeder Rusland
• Te Mooi Om Waar te Zijn
Bibliografie van Laurent Galandon
• Bloemenschrift
• De Advocaat
• De Wilde Vlucht
• Het Meisje van Paname
• Het Vervloekte Kind
• Stille Woorden
• Tahya El-Djazaïr
• Voor een Beetje Geluk
DE ONSCHULDIGE SCHULDIGEN 1-2-3
1: Het Lek - 2: Het Verraad - 3: De Vrijheid


Anlor + Laurent Galandon • Saga Uitgaven (Collectie Bamboe)
48 p. (HC & SC)
Ontdekking

De complete trilogie De Onschuldige Schuldigen komt van scenarist Laurent Galandon, goed volk sinds De Wilde Vlucht, Het Vervloekte Kind, Tahya El-Djazaïr en het onderschatte Bloemenschrift. Voor tekenares Anlor bedacht hij een verhaal over vier Franse jochies die op weg zijn naar een strafkolonie op het platteland. Daar moeten ze om uiteenlopende redenen — van winkeldiefstal over zedenfeiten naar een moordpoging — een straf uitzitten. Onderweg op de trein sluiten ze een verbond: bij elkaar blijven. Ze zullen al snel ondervinden dat het verblijf in de Marronniers allerminst een lachertje is. De oudere jongens behandelen de jongeren en nieuwkomers als slaafjes. En tussen de bewakers zitten ook geen lieverdjes. De vier smeden plannen om te ontsnappen. Extra intriges, waaronder een liefdeshistorie, stofferen de trilogie en maken het nog interessanter. Een van hen koos ervoor om de gevangenis in te gaan. Waarom?

De tekenstijl van Anlor ligt in het verlengde van haar collega Arno Monin (De Wilde Vlucht, Het Vervloekte Kind). De evolutie tussen deel 1 en 3, die wij in één leesbeurt kunnen analyseren, spreekt in haar voordeel. Ze wint aan scherpte, afwerking en vooral haar gevoel voor contrastwerking ging er danig op vooruit door meer gebruik te maken van zwartvlakken. Dat belooft voor haar volgende project. Dezer dagen legt ze de laatste hand aan Amère Russie 1, met Aurélien Ducoudray als scenariste, over een moeder die in Rusland een roadtrip onderneemt op zoek naar haar zoontje. Wie haar
blog bezoekt, kan al voorsmaakjes bekijken en zien in welke mate ze zich nog meer laat opmerken. Een ontdekking!

> DAVID STEENHUYSE — maart 2014