Bibliografie van Dirk Stallaert
• De Avonturen van Ridder Digest
• De Knetterdolle Duivenkeet
• De Strangers
• Dionies d'Oldenboom
• Kiekeboe (medewerking aan deel 99 t/m 109)
• Kitty
• Kramikske
• Kramikske (medewerking)
• Kramikske integraal
• Mieleke Melleke Mol
• Nero (medewerking aan deel 122 t/m 163)
• Nero: De Stallaert Jaren
• Nino
• Plankgas en Plastronneke
• Urbanus Vertelt: Mieleke Melleke Mol
• Waspman
Bibliografie van Erik Meynen
• De Avonturen van Tommy Gun & Marion Lee
• De Jaren van Dehaene
• De Plannen van Verhofstadt
• De Terugkeer van Roxane
• Een Bos op Zoek naar Bomen
• Jean Pierre Van Rossem
• Paniek in de Politiek
• Pietje
PAKKEMAN EN POULET 


Dirk Stallaert + Erik Meynen • Adhemar
48 p. (HC & SC)
Elkaar gevonden

Na enkele formulewijzigingen, waarbij gags van Mieleke Melleke Mol plots ook in albums verschenen met Plankgas en Plastronneke, die andere komische reeks van Dirk Stallaert en Urbanus, lijkt Mieleke Melleke Mol in de juiste plooien gevallen te zijn. Een kort album met kortverhalen, vier albums per jaar is het huidige objectief.

Wat ons stoort aan Plankgas en Plastronneke is de vele ruis waar je je als lezer — dan spreken we nu wel vanuit een volwassen standpunt — doorheen moet ploegen. Veel te veel nevenpersonages met rare kostuumpjes en absurde eigenschappen verstoren ons gevoel voor orde. Hoewel de kolder in het Absurdistan van Mieleke Melleke Mol niet moet onderdoen voor Plankgas en Plastronneke is het in Mieleke Melleke Mol wel eenvoudiger en bevattelijker. Een jongetje en een meisje halen kattenkwaad uit of beleven avontuurtjes in een gelimiteerde omgeving, ze houden een molletje als huisdier en slechts enkele anderen maken deel uit van hun entourage. De anderen, dat zijn voornamelijk tante Tulp uit wiens kont een pot met een tulp groeit. Haar haarkleur verandert per kortverhaaltje. Nonkel Nest draagt dikke truien en huisvest enkele vogeltjes in zijn haardos. Polle Poep is de Flurk (uit De Lustige Kapoentjes) van dienst. En uiteraard is er de obligate agent, hier Toffentip genoemd. Met deze beperkte middelen schudt Urbanus het ene leuke na het andere jachtige vertelselke uit zijn mouw.

Stallaert amuseert er zich duidelijk mee, getuige de extra vondsten die je als lezer kan ontdekken. Let op het speelgoedje van Melleke in elk van de kortverhalen of zijn grafische toevoeging in het woord "einde". De streken van Molleke in de kantlijn doen ons nog het best denken aan het schildpadje in Pol, Pel en Pingo die in elke prent een eigen verhaallijn leek te beleven. Op dat gebied is er wel een overeenkomst tussen MMM en PPP.


Van PPP naar PP dan. Zich nog meer amuseren doet Stallaert zich met overgave in die andere alliterende gagreeks: Pakkeman en Poulet. Na een eerste aanzet in De Standaard in 2003 volgde tussen 2006 en 2010 een hele reeks gagplaten voor het ambtenarentijdschrift Fedra. Alle gags van de niet zo snuggere rechercheurs Pakkeman en Poulet bundelde Adhemar in een voortreffelijk uitgegeven album.

Op elke pagina wordt een beroep gedaan op de speurneus van de lezer die het mysterie of de zaak moet helpen oplossen. Aanwijzingen moet je dus zelf uitzoeken. We zullen eerlijk zijn, in het begin bladerden we liever door naar het einde om de oplossing te raadplegen zodat we sneller konden doorlezen. Na een tiental beoefeningen van die tamme gewoonten, kregen we er meer schik in om actief mee te zoeken naar vergezochte details, voorwerpen in het decor of op het lijf van verdachten en andere mogelijkheden om de dader te ontmaskeren. Na verloop van tijd hadden we het nog bij het juiste eind ook. En dat voor iemand die een hekel aan puzzelen en kwissen heeft. Drie opeenvolgende gags met te ontcijferen boodschappen waren er wel twee te veel. En we blijven erbij: in de gag waarin jou wordt gevraagd wat er niet thuishoort in de prehistorie moet dat de dinosaurus zijn want oermensen en die soort dino hebben elkaars pad nooit gekruist. Maar kom, amusement ten top dus.

Stallaert verstopt talloze knipoogjes naar bekende stripfiguren en kunstœuvres (van René Magritte over Franz Kafka's De Gedaanteverwisseling tot Bob Dylan) en dat levert een extra geestige speurtocht op. De scenario's van politiek cartoonist Erik Meynen geven hem ruim de voedingsbasis voor een bonte parade aan vorm- en inhoudelijke knipogen. Een gag die zich in 1958 afspeelt bijvoorbeeld, is geheel in de stijl van een oud Suske en Wiske-verhaal uitgevoerd. Meynen heeft trouwens ervaring in dit soort puzzelstrips. Hij tekende er ooit zelf op scenario van Herman Brusselmans.

Tegenwoordig tekent Stallaert mee aan de stripreeks Suske en Wiske. Al zijn uitstapjes voor eigen projecten helpen ons eraan herinneren wat voor getalenteerde tekenaar hij wel is. Hopelijk krijgt hij ooit weer zijn kans om een eigen stripreeks met verzekerde faam te maken. Waarom geen spin-off van een Vandersteenreeks waarvan er een aantal in de maak zijn na het gigantische succes van Amoras? En laat het dan zeker op scenario van Erik Meynen zijn want die twee hebben elkaar gevonden.

> DAVID STEENHUYSE — maart 2014