Bibliografie van Didier Poli
• Kind van het Onweer
• Krijgsheren
• Sneeuw - Het Begin
Bibliografie van Robin Recht
• Het Derde Testament - Julius
• Notre Dame
Bibliografie van Jean Bastide
• Bollie & Billie
• De Oorlog van de Sambers: Hugo & Iris
• Notre Dame
ELRIC 1
De Robijnen Troon


Didier Poli/Robin Recht/Jean Bastide + Julien Blondel/Michael Moorcock • GlĂ©nat
56 p. (HC)
De kracht van het beeld

Het koninkrijk Melniboné is rijkbevolkt door een decadent, oorlogszuchtig volk. Al jarenlang is het rijk in gevecht met de Vilmirianen. Elric, de huidige keizer, ziet er geen been in. Hij blijft liever thuis om te filosoferen. Maar het lot steekt er een stokje voor en Elric ziet zich genoodzaakt opnieuw ten strijde te trekken. Een gevaarlijke missie want ook binnen Melniboné is niet iedereen het eens met Elrics heerschappij.

Nog voor A Song of Ice and Fire, nog voor Malazan: Book of the Fallen, nog voor The First Law en vele andere uitermate donkere fantasyreeksen was er de Elric-saga, geschreven door Michael Moorcock. Elric kwam in 1961 tot stand en was zeer maatschappijkritisch. Het vergt niet heel veel verbeeldingskracht om parallellen te trekken tussen Melniboné en het Groot-Brittannië van de jaren 1960. Hoewel de stripversie niet helemaal trouw is aan het oorspronkelijke boek is ook deze maatschappijkritiek duidelijk zichtbaar in het scenario van Julien Blondel. Qua schrijfstijl blijft hij trouw aan het boek en dat betekent dat het album niet bijzonder gemakkelijk wegleest. Vanaf het begin wordt er een hele stortvloed aan informatie over de lezer uitgestort. Plaatsen, volken, geschiedenis. Moorcocks wereld is zeer goed uitgewerkt en Blondel heeft ervoor gekozen zo veel mogelijk te laten zien in het eerste album.

Ook al komt dit aanvankelijk wat overweldigend over, je krijgt als lezer toch snel de smaak te pakken. Gaandeweg wint de logica het op de namedropping en tegen het eind van het album spreken Moorcocks vondsten allemaal redelijk voor zich. Dit is dan ook geen Ravine waarbij je om de zoveel bladzijden de appendix moet raadplegen. Bovendien zorgt deze grote hoeveelheid world building ervoor dat je als lezer steeds meer feeling krijgt met Moorcocks wereld en daardoor steeds meer het verhaal in wordt gezogen. Waar Blondel dan helaas wat minder aandacht aan besteedt, is de uitwerking van de personages. Elric is een fascinerend personage, in vele opzichten een tegenpool van Conan, maar in dit eerste album komt hij nog niet echt goed uit de verf. Ook zijn rivaal Yrrkoon, zijn neef en tevens zijn schoonbroer, overstijgt amper het stadium van een stereotype slechterik. Op dit punt zien wij al wel een hoop potentieel. Wij vertrouwen erop dat een overduidelijk talentvolle scenarist als Blondel vanaf het volgende deel op ramkoers vaart.

Het meest overtuigend is het tekenwerk van Didier Poli (die de basis tekende), Robin Recht (die er een grimmige Mathieu Lauffray-inkting aan toevoegde) en Jean Bastide (die alles inkleurde en naar eigen goeddunk bijstuurde). Dit trio lijkt een werkelijk ongebreidelde fantasie te hebben. Van de smerigste martelscènes tot de meest oogverblindende vergezichten. Als geen ander weten ze het walgelijk decadente van Melniboné af te steken tegenover de glorieuze pracht en praal. Meer nog dan in Moorcocks boeken krijgen we een heel duidelijk beeld van Melniboné, door de kracht van het beeld.

> JONAH DOESBERG — september 2013