Bibliografie van Mathieu Lauffray
• De Profeet
• De Vloek van Amber
• Legioen: Kronieken van Legioen
• Long John Silver
• Long John Silver
• Ravian
PROPHET 2
Infernum in Terra


Mathieu Lauffray • Arboris
48 p. (SC)
Benauwelijke lust
Prophet 1 wist uitermate te verbluffen, vooral op grafisch gebied. Mathieu Lauffray is zichtbaar begiftigd met een tekentalent om "jawadde!" tegen te zeggen. Op weg geholpen door Xavier Dorison (liefhebbers kennen 'm van onder andere Het Derde Testament en W.E.S.T.), knoopt hij vanaf dit tweede deel zelf de touwtjes aan elkaar. Hij brengt het er niet slecht vanaf. Als tekenende scenarist weet hij vanzelfsprekend welke plaatjes het meeste impact zullen hebben en daar schrijft hij dan ook naar. De duivelskop op de cover is een voorsmaakje van het hellegebroed dat je binnenin te wachten staat. Maar vooraleer universiteitsprofessor Jack Stanton de confrontatie aangaat moet hij eerst nog een gevaarvolle en verbijsterend parcours afleggen in een verwoest post-apocalyptisch landschap. De apocalyps gebeurt nu eens niet door een virus of een kernoorlog, maar op z’n bijbels door ontketende duivels uit de hel die het op de mensheid hebben gemunt. Het kostte het leven aan vijf miljard mensen. In deze omstandigheden zien overlevenden Stanton als een profeet, de messias zelf. Het teken dat op zijn borst is geschroeid, is daar een indicatie van. Toch begrijpt Stanton er geen jota van. Hij ziet het als een vergissing. Maar zijn ontkenningen vinden geen gehoor.

Het voordeel van Europese vastelandtekenaars, die zijn geïnspireerd door hun overzeese vakbroeders, is dat niet-comicliefhebbers op afdoende wijze ondergedompeld worden in inventieve en mooi ogende paginalay-outs. Zo is ook Prophet een fraaie mix van een uitgekiend gebruik van overdreven horizontale en verticale kaders (dat extra nadruk geeft aan emoties en drama) plus de Europese traditie van een heldere, klassieke paginaopbouw in stroken. Ach, het is slechts één kwaliteit die we het tekenwerk van Lauffray toekennen. Naar onze mening valt er nergens wat op af te dingen. Een benauwelijke lust voor het oog.
> DAVID STEENHUYSE — juni 2006