Bibliografie van Jacques Tardi
• 1914-1919 De Grote Slachting
• De Grote Slachting 1914-1919
• De IJsdemon
• De Kakkerlakkenkiller
• De Laatste Aanval
• De Laatste Aanval
• De Onbekende Soldaat
• De Reis van Alfons
• De Sluipschutter
• De Stem van het Volk
• De Verloedering
• Dodelijke Spelletjes
• Gek op Moorden
• Gerommel in de Rouergue
• Griffu
• Het Besloten Land
• Het Gedrocht en de Guillotine
• Het Geheim van de Wurger
• Het Ware Verhaal van de Onbekende Soldaat
• Isabelle Avondrood
• Kleine West Coast Blues
• Loopgravenoorlog
• Morgendauw
• Nestor Burma
• New York Mi Amor
• New York Mi Amor
• Polonius
• Raamvertellingen
• Reis naar het Einde van de Nacht
• Soldaat Varlot
IK RENĂ© TARDI, KRIJGSGEVANGENE IN STALAG IIB 1


Jacques Tardi • Casterman
188 p. (HC)
Familieproject

Jacques Tardi's vader René zat tijdens de Tweede Wereldoorlog als krijgsgevangene vast in een Pools gevangenenkamp. René schreef zijn verhaal in de jaren 1980 neer in enkele dagboeken waarop Jacques zich nu baseerde. Voor de stripvertelling koos Jacques ervoor om zichzelf als jochie letterlijk naast zijn vader te plaatsen. René vertelt daardoor het verhaal tegelijk als kritische getuige en als jammerlijk slachtoffer. Dankzij die slimme keuze krijg je als lezer zowel een informatief-objectieve als een emotioneel-subjectieve weergave van de feiten. En laat het duidelijk zijn: die feiten zijn verdomd zwaar om te behappen. In welgeteld 510 prenten krijg je in haast elke prent een nieuwe anekdote, weetje of historische gebeurtenis te verwerken. Na een voorgeschiedenis in 1933 en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog duurt het nog vrij lang totdat René door de Duitsers uit zijn tank — spreek uit "tenk" — wordt gesleurd en op transport wordt gezet naar een stalag. Ondertussen is ons al herhaaldelijk gezegd hoe onwaarschijnlijk het was dat het best gewaande leger ter wereld was weggevaagd. In werkelijkheid liep het Franse leger hopeloos achter op de wapenwedloop waar de Duitsers een industrie van maakten. Dit en vele andere overpeinzinigen krijg je meegelepeld met de prak die René aan zijn zoon en bijgevolg aan de lezer uitbraakt. En je kan wel merken dat de appel niet ver van de boom valt. René is geen domkop, hij observeert alles met relativering, beslist uit zelfbehoud en mededogen en hij wentelt zich in gepeperd cynisme. Alleen al uit de vertaling blijkt dat René net zo begiftigd was met de pen als zijn zoon. Zo gaat dit dikke eerste deel er wel makkelijk in. Zonder twijfelen kunnen we besluiten dat wat Loopgravenoorlog was voor het overleven in de, welja, loopgraven, Ik René Tardi betekent voor het overleven in een krijgsgevangenenkamp.

In het vervolg zal het over Renés terugkomst naar zijn thuis in Valence gaan na de ontruiming van het kamp. Maar die tocht duurde vijf maanden. Dat tweede deel verschijnt pas na een volgend album van Isabelle Avondrood waar Jacques al eens aan was begonnen, maar dat hij terzijde schoof. Hoeveel delen Ik René Tardi uiteindelijk zal tellen, weet hij nog niet. Voor deel 2 wil hij trouwens ter plaatse in Polen opzoekingswerk verrichten. Van het kamp schiet echter niet veel meer over. Behalve Jacques participeert er ook een derde generatie van de familie aan de uitgave. Tardi's dochter Rachel verzorgde de inkleuring en zijn zoon Oscar verrichte extra opzoekingswerk.

> DAVID STEENHUYSE — december 2012