HET JACOBS-TEKEN Een Leven in Stripvorm
Louis Alloing + Rodolphe • Daedalus 112 p. (HC)
|
|
Operazanger wordt stripauteur |
|
Van succesvol operazanger naar een stripmaker van een van de best verkochte stripseries in Europa, van een opzienbarende carrièrewending gesproken! Het overkwam Edgar-Pierre Jacobs, de in 1904 geboren zoon van een veeleisende politieman en een liefhebbende moeder. Als kind viel hij in een donkere waterput wat een traumatische oorzaak kan zijn waarom zoveel van zijn Blake en Mortmer-verhalen zich ondergronds of in grotten afspelen. Dit is slechts één van de vele anekdoten, feiten en belangrijke gebeurtenissen die het privé- en professionele leven van Jacobs hebben gemarkeerd. Een ander moet beslist zijn ontmoeting met Hergé in 1941 zijn met wie hij ging samenwerken voor diverse Kuifje-albums. De liefde voor zijn vrouw, van wie hij later scheidt, blijkt volgens Rodolphe ook een zeer belangrijk gegeven dat vooral in de laatste gedeelten van Het Jacobs-Teken wordt uitgespit...
Nu ja, "uitspitten". Al bij al houdt Rodolphe zich relatief op de vlakte. Wat valt er toe te voegen over iemand die zijn eigen leven al vastlegde in het biografische Un Opéra de Papier? Wat dacht Jacobs werkelijk toen Hergé liever niet had dat Jacobs zijn naam mee op de cover van Kuifje wilde? Daar waar Rodolphe feiten met gefictionaliseerde sentimenten brengt in meer persoonlijke aangelegenheden in Jacobs' leven, blijft hij net voorzichtig in de absolute sleutelmomenten. Op die manier staat zijn interpretatie niet in de weg van de loutere geschiedschrijving. Maar het ontbreken van pertinentere standpunten doet Het Jacobs-Teken niet ontstijgen boven andere verstripte biografieën, De Avonturen van Hergé incluis.
Om eerlijk te zijn, dringt die vraag zich ook niet op. Rodolphe moet er in de eerste plaats voor zorgen om een boeiend en zo volledig mogelijk portret te schrijven over een wel degelijk interessante man. In Louis Alloing vond hij een geschikte kandidaat die het allemaal in beeld brengt. Zijn heldere tekenstijl is schatplichtig aan die van Jacobs, maar veel minder doorwrocht en uitgepuurd. Het mocht losser, karikaturaler ook.
De Franse editie van deze strip verscheen op een kleiner formaat. De dikke plus voor de alweer mooi verzorgde uitgave van Daedalus wordt helaas verkleind door de soms te letterlijke vertaling, maar die indruk hebben we wel vaker bij het werk van Kris De Saeger. Dat manifesteert zich vooral in het afsluitende interview met Rodolphe dat gewoon niet lekker leest en bovendien het foutief gespelde "personnage" bevat. Een stripmonument als Edgar-Pierre Jacobs en een strip zoals Het Jacobs-Teken had gewoon een betere vertaling verdiend. Tegelijk beseffen we dat wij tot het soort taalgevoelige snobs horen die jou wellicht op zaken wijst waar je doorgaans geen belang aan hecht. Vergeet dan maar deze laatste alinea en maak kennis met de man achter de reeks die jou uren vermaak en spanning bezorgde (en zijn uitgever containers vol geld). |
|
> DAVID STEENHUYSE — november 2012 |