Bibliografie van Charles Burns
• Suikerschedel
• X
• Zwart Gat
DE KORF 


Charles Burns • Oog & Blik | De Bezige Bij
56 p. (HC)
Een kruisindexatie van nachtmerries

Soms is onze job echt een makkie. Stripje lezen, even samenvatten, in een besprekingetje gieten, straffen en zalven waar nodig; dat even nakijken op spelling, grammatica en opbouw, en tadaa! Niet zo hier.

Charles Burns is een lastige klant. Zijn strips zijn niet rechttoe rechtaan te verklaren. En waar we bij de verschijning van Zwart Gat het voordeel hadden dat tien jaar werk in één volume werd samengevat, zitten we nu nog maar aan deel 2 van een trilogie (deel drie zal The Sugar Skull heten).

Om het proberen samen te vatten: Doug, een jongvolwassene die enkele zeer traumatische ervaringen heeft meegemaakt zit deels vast in een droomwereld, waarin hij Nitnit heet (de antagonist van Tintin), heeft problemen met pillen en zijn gezondheid, ligt overhoop met zichzelf, zijn vriendin(nen), zijn relatie met zijn al dan niet overleden vader en vertelt hierover tegen een tot nu toe onbekende blonde vrouw, en dit allemaal tegen de achtergrond van de punkbeweging. Burns werkt bovendien diep in op het onderbewuste; met herhaling van wel zeer beangstigende en vreemde beelden die niet steeds duidelijk interpreteerbaar zijn. Varkensachtige menswezens die onnoemelijke dingen doen, groene wezens met dassen en een grof taalgebruik, bizarre wormen die huilen wanneer ze uit verrot vlees kruipen, bondage, zelfverminking en strips. Voor één ding mogen we hem dankbaar zijn: Dougs gezicht is anders getekend in de nachtmerrieachtige spiegelwereld waarin de helft van het album zich afspeelt. Al valt er ook niet veel zinnigs te vertellen over de "realistische wereld".

Terwijl we al in de bespreking van
het vorige album aangaven dat alles ging staan of vallen met dit album is het indien mogelijk nóg verwarrender. Bederft dat echter de pret? Mensen die ervaring hebben met William Burroughs' knip- en plaktechniek of met David Lynch' films kunnen beamen dat je niet alles moet begrijpen om te weten of iets goed is. We zijn er helemaal van overtuigd: dit is een dijk van een strip. Maar waarom?

Hier wringt het schoentje. Hoe graag we ook het werk van Burns lezen, hij mag wel vlug met enkele antwoorden komen, anders dreigt deze reeks enkel een kruisindexatie van nachtmerries te worden. En dat zou zonde zijn. Want als dit even mooi zou afsluiten als het ander werk dat we van Burns hebben gelezen, dan hebben we hier te maken met iets grensverleggends.

> WIM DE TROYER — september 2012