Bibliografie van Daniel Casanave
• Baudelaire
• Een Onderzoek van Commissaris Crémèr
Bibliografie van David Vandermeulen
• Een Onderzoek van Commissaris Crémèr
• Rik Remix
PERCY SHELLEY 1


Daniel Casanave + David Vandermeulen • Blloan
72 p. (HC)
Leven is een kunst

Daar was er één. En nog één. De hemel werd verlicht door ettelijke bliksemschichten. Het gaat eindelijk gebeuren. Het moet. Nu. Een knal. De bliksem sloeg in op de metalen staaf, en die geleidde de elektriciteit naar de tafel. Daar was hij vastgeketend. Nog steeds een aaneengenaaide verzameling lichaam. De bliksem verspreidde zich over zijn massieve lijf. De magische kracht, het vuur, omhelsde hem. Deze wurggreep die voor elke normale mens dodelijk is, deed het lichaam daveren. Zou het lukken? Zou de mens eindelijk uit het dodenrijk terug kunnen komen? Een pink trilde. Een hand bewoog. Hij leefde, en zijn naam was Frankenstein.

Ja! We hadden er zin in. Een verstripte biografie over Mary Shelley, de Victoriaanse schrijfster die bijna tweehonderd jaar geleden op haar negentiende de perfecte horrorroman schreef. Dat kon niet missen. Of toch. Blijkt dat we een beeldroman voor ons liggen hebben over Percy B. Shelley, de latere echtgenoot van Mary. Percy, dus. Die Percy dus... Maar we werden gelukkig meer dan aangenaam verrast. Percy Shelley blijkt een volbloed idealist geweest te zijn, charmant en narcistisch, wiens korte leven werd gemarkeerd door tal van tegenstrijdigheden. Deze strontrijke aristocraat slaagde er bijvoorbeeld moeiteloos in om overal keet te schoppen. Zo publiceerde hij in het puriteinse Oxford een bijtend pamflet met de stelling dat er geen bewijs bestaat voor God. Hierop werd hij verbannen van huis en universiteit. Wat later trouwde de atheïst impulsief met een zestienjarige Schotse, om daarop te verhuizen naar Ierland om ook daar de wereld te redden en te bekeren. Natuurlijk allemaal op kosten van zijn oom.

Scenarist David Vermeulen vertelt het boeiende levensverhaal van deze playboyrebel met veel zwier en humor. Dit gaat hem stukken beter af dan zijn Commissaris Crémèr die ons net niet wist te bekoren. Baudelaire-tekenaar Daniel Casanave blijft de mosterd halen bij de jonge Manu Larcenet hoewel hij overal laat uitschijnen dat beiden elk autonoom hun tekenstijl ontwikkeld hebben. Helaas kunnen zijn onevenwichtige krabbels ook nu weer niet tippen aan zijn bekendere toetssteen. Gelukkig tilt de sterke, coherente inkleuring deze strip wel naar een hoger niveau.

Begrijp ons niet verkeerd. Grafisch kon het beter, maar we gaan geen seconde aarzelen om het vervolg te kopen, te lezen en — met wat geluk — luidkeels te bejubelen. Deze strip is een vlot geschreven, grappig verhaal over een intrigerende persoonlijkheid. Prima vertier, dus. En wie weet, gaan we in een volgend deel toch nog ons geliefde dodelijke monster ontmoeten. We duimen.

> WOUTER PORTEMAN — september 2012