DE KINDEREN VAN KAPITEIN GRANT 1
De Ongelofelijke Reis


Alexis Nesme • Dark Dragon Books
48 p. (HC)
Barokke helden zonder zweet

Intense vreugde. Ja, dat moet het zijn. Dat een strip als De Kinderen van Kapitein Grant anno 2012 überhaupt nog uitgegeven wordt én bovendien nog eens vertaald raakt in het Nederlands. Ja, dat maakt een mens oprecht blij. En zo kunnen we eindelijk zelf ervaren waarom onze zuiderburen enkele duizenden euro betalen voor een originele plaat van Alexis Nesme. Elk schilderijtje tilt gewoonweg dit avontuurlijke reisverhaal uit de vergetelheid van de tijd.

Sommige weten enkel dat dit het Jules Verne-boek is waar Hergé zijn beruchte
condorscène uit ontleend heeft. Anderen weten nog dat het verhaal begon toen Lord en Lady Glenarvan op een pleziertochtje een hamerhaai vingen, en in de maag van het dier een fles vonden met daarin een noodbericht van kapitein Grant. Samen met de kinderen van de verdwenen kapitein en een verstrooide cartograaf gingen ze op zoek, en tuimelden van het ene ongelooflijke avontuur in het andere. In 1868, toen het boek werd geschreven, zat de hele wereld dan ook op het puntje van haar stoel om het vervolg te weten. De Kinderen van Kapitein Grant was een van de grootste successen van Jules Verne. En zo schoolde de vader van de steampunk hier zijn lezers subtiel bij in de geografie, fauna en flora van Australië en Amerika.

Veel houdt zijn gezwollen reisverhaal vandaag de dag niet meer in. Dat beseft en geeft Alexis Nesme dan ook grif toe. De Fransman las door alle barok heen, behield de rode draad van de fantastische avonturen en maakte de toon vederlicht. Bovendien verving hij de karikaturale hoofdfiguren door dieren die geen uitleg meer behoefden. Een Franse kikker, een aristocratische kat, een ruwe beer,... je kent ze wel. Een gouden zet die het verhaal in een klap veel aannemelijker maakt. De overdadige beschrijvingen die het werk van Verne typeerden, stopte hij in de tekeningen. Hierdoor puilen de direct ingekleurde platen uit van details, overdadige kleuren en geposeerde statistische gelaatsuitdrukkingen. Alexis Nesme tekent immers geen dieren zoals Michel Plessix, Benoît Sokal of Juanjo Guarnido. Zijn helden zijn standbeelden, poserend voor een schilder die hen minutieus vereeuwigt voor de eeuwigheid. Hun stijfheid koesterend in eindeloze decors. Maar bovenal is Nesmes grootste verdienste dat zijn tekeningen allemaal verwondering uitstralen. Nooit kiest hij voor de gemakkelijkste weg. Zo is zijn driemaster Duncan een hyperrealistische kopie waar er exact 252 touwen voor nodig zijn. Maar dan trekt hij, wars van zijn maniakale precisiedrang, hier en daar de verhoudingen van het zeilschip wat scheef, waardoor het lijkt te zweven op de oceaan. Op dezelfde manier brengt hij Glasgow tot leven. Of kiest hij voor de Zuid-Amerikaanse gids voor een Chili-arend in plaats van een gewone adelaar. Het is deze magische toets, dat beetje extra, wat deze strip zo begerenswaardig maakt.

Deze strip over de kinderen van kapitein Grant is zoals de avonturen die ze beleven. Ongelofelijk.

> WOUTER PORTEMAN — juli 2012