Bibliografie van Thomas Du Caju
• De Kiekeboes
• Guust: Gefeliciflaterd!
• Kiekeboe (assistentie)
• Little England
• Sabbatini
Bibliografie van Jean-Claude Van Rijckeghem
• Little England
BETTY & DODGE 5
Vermist in Madrid


Thomas Du Caju + Jean-Claude Van Rijckeghem/Pat Van Beirs • Standaard Uitgeverij
40 p. (HC & SC)
Cadeau

Interessant begin. Een oudere Betty Burgess leest in 1975 de krant en verneemt zo de dood van Franco, de laatste dictator van Europa die in Spanje de Spanjaarden tegen andere Spanjaarden liet vechten. Na deze gegevens springen we naar de zomer van 1933. De achttienjarige Max leert de vijftienjarige Betty autorijden en de motor repareren, iets dat haar later in het verhaal nog van pas komt. In de winter van hetzelfde jaar loopt Max een blauwtje bij Betty. Hij vindt het jammer dat ze neef en nicht zijn, maar in de wagen krijgt Betty toch haar eerste kus. Vier jaar later studeert Max af in Oxford en heeft Betty een vriendje dat we ook al kennen uit de vorige delen. Omdat Max zich doodverveelt in Engeland trekt hij naar Spanje om er tegen de troepen van Franco te vechten. Hij overhaalt Betty om mee te gaan. Ze durft niet, maar door de drastische veranderingen sinds het vorige album waagt ze toch de overstap. Aan het front gaat ze aan de slag als verpleegster. Door haar onkunde en haar bekakte accent is ze weinig geliefd. Bij haar zoektocht naar haar vermiste neef stuit ze op Ernest Hemingway die er als journalist werkzaam is. Pas dan duikt ook Dodge op in het verhaal en komt tussenbeide. Dat Betty best haar mannetje kan staan, heeft ze al lang bewezen.

Vermist in Madrid is hoofdzakelijk het verhaal van Betty. Dodge komt er sporadisch aan te pas, hij komt in Spanje eerst en vooral zijn werk doen. In tegenstelling tot de verwachtingen (en de clichés?) horen de twee niet meer bij elkaar als een gedroomd stelletje al doen een paar smeulende restjes hopen op een hernieuwde opflakkering. Betty is onder de indruk van de omstandigheden en baant zich een weg door het puin en het oorlogsgeweld om haar doel te bereiken. Ze sluit vriendschap met een soldaat van wie de armen zijn geamputeerd. De twee beleven een prachtig intiem moment door gewoon met elkaar te dansen. De soldaat mag dan wel beide armen kwijt zijn, een opmonterend gevoel voor humor heeft hij nog wel.

Thomas Du Caju weet hoe hij de aandacht van de lezer moet vangen. De decors zijn verbluffend gedetailleerd en zijn personages passen daar geloofwaardig in. Dat hij niet zozeer zijn toevlucht moet zoeken naar een compurterinkleuring die het allemaal afwerkt, bewijst zijn gevoel voor zwart-witcontrasten. Zijn platen zonder kleur zeggen waarschijnlijk al alles. Zijn scenaristen maken het hem niet makkelijk om constant van decor te wisselen doorheen de reeks, maar Du Caju verliest nergens de uitdaging. Bovendien krijgt hij het cadeau om emoties, drama, actie en veel historische, leerrijke achtergrondinformatie te kunnen accentueren.

In het extra katern van de hardcovereditie staat een door de Spanjaarden gecensureerde brief van Dodge aan zijn moeder. Grappig is de verandering van "boterham" naar "tortilla" en het complimentje "Muy bien!" bij het slotzinnetje "De fascisten komen er niet door!" Een andere tekst is zogezegd een dagboekfragment van Ernest Hemingway over zijn ontmoeting met Betty. Zijn interpretatie wijkt sterk af van de waarheid.

> DAVID STEENHUYSE — juni 2011