ROBBEDOES EN KWABBERNOOT 49 In Tokio
Jose Luis Munuera + Jean David Morvan • Dupuis 64 p. (SC)
|
|
Dat raast en dat tiert maar |
|
Het kon niet uitblijven: een van de iconen van de Europese avonturenstrip die een Japans mangajasje krijgt aangemeten. Die eer valt te beurt aan Robbedoes en Kwabbernoot. Het auteursduo Munuera en Morvan neemt onze rosse liftbediende, de slungelige reporter en hun prikkelbare eekhoorn mee naar het land van de rijzende zon. Hun opzet blijkt te zijn om een kleine tweeling, het jongetje Kow en het meisje Loon, uit de klauwen van een bende moderne slavendrijvers te redden. Omdat het duo over onvoorstelbare telekinetische krachten beschikt, trok het de aandacht van de yakuza, de Japanse maffia. Die liet de kinderen ontvoeren en hypnotiseren. De kleintjes worden zo gedwongen hun talenten aan te wenden om gigantische themaparken in een mum van tijd op te trekken. Dat het gebeurt op terreinen die als thuisbasis dienen voor honderden daklozen is voor de boeven-van-dienst maar een bijkomstigheid.
Klinkt dat vergezocht en ongeloofwaardig? Hey, we bevinden ons in het land waar jongetjes in onderbroek en met vetkuif door de lucht kunnen klieven, de aarde tegen 2030 al zeventien keer vernietigd is door een atoomoorlog en lieflijke schoolmeisjes onverzadigbare seksbommen blijken te zijn. Dit is Japan, de bakermat van manga en anime. Ongeloofwaardigheid is haar tweede natuur. En het moet gezegd worden, het nieuwe auteursduo achter Robbedoes weet er compleet zijn draai te vinden. Zaten de zwierige tekeningen en de wat over-the-top-avonturen-vol-plotgaten in de vorige albums Parijs onder de Seine en De Man die niet Wil Sterven wat in de weg, dan konden die elementen hier geen betere biotoop vinden. M&M maken handig gebruik van de mangasetting om er een hectisch vaartje in te houden. De flexibele tekenstijl van Munuera weet als vanouds geweldig vorm te geven aan de actie. En hier màg hij een keertje flink loos gaan.
Maar er valt ook wat meer dan louter vertier te rapen. Zo is de goochelsequentie op pagina 45 (plaat 43) een mooie ode aan de grenzeloze en poëtische fantasie waarvan de manga- en animemeesters meer dan eens blijk geven. Een pluspunt voor de auteurs is dat ze ook niet aan zwart-witdenken doen. De slechte goochelaar is geen onverdeelde schurk. Wanneer hij de kans niet krijgt om berouw te tonen voor zijn daden, krijgt het album ook een volwassen tintje. En we waren zowaar (bijna) ontroerd door de afscheidsscène van Kwabbernoot met zijn nieuwe vriendje Hachiko. Het verhaal blijft ook hier kampen met sporadische onduidelijkheden en stelt de nuchtere lezer danig op de proef, maar wie eenmaal toegeeft aan de entertainmentfactor of sowieso wel eens een portie manga lust, beleeft een zalige achtbaanrit die maar liefst 64 pagina’s mag duren. Wij willen nog een keer! |
|
> HANS OTTEN — oktober 2006 |