Bibliografie van Charles Burns
• De Korf
• Suikerschedel
• Zwart Gat
X 1


Charles Burns • Oog & Blik | De Bezige Bij
56 p. (HC)
Niet wow

Een titel als Black Hole (vertaald als Zwart Gat) volstaat om een schouderklopje aan Charles Burns te geven en de woorden "well done" te prevelen. Zijn nieuwste worp heet X. Een nummer ontbreekt, maar voor alle duidelijkheid: het gaat om het eerste deel van een tweeluik. We kunnen al — zij het voorbarig — stellen dat X niet echt eenzelfde wow-ervaring veroorzaakt als Zwart Gat.

Burns' werk moet je als geheel kunnen lezen in plaats van als een doormidden gehakt verhaal. Wanneer X 2 zal verschijnen, blijft er niets meer hangen van de zinderende atmosfeer van het eerste deel, hoewel de cliffhanger op een klassieke leest is geschoeid waardoor je nú dat vervolg wil lezen.


X
verschijnt in kleur, maar Burns' typische penseellijnvoering met zwarte vlakken die uitmonden in scherpe strepen blijft hij behouden. Deze combinatie van kleur en tekenstijl helpt X aan zijn Franco-Belgische aanpak die Burns beoogde. In interviews viel Kuifje als referentie, maar ook romanschrijver William Burroughs uit wiens werk hoofdpersonage Doug citeert tijdens een mislukte performance.

We bevinden ons in de jaren 1970 in de VS. De punk maakt zijn intrede, jongeren zijn fatalistisch en hokken samen om zelfgeorganiseerde evenementen bij te wonen. Op een nacht wordt Doug wakker door een vreemd geluid. Zijn geliefde kat Inky ziet hij voorbijlopen hoewel het beest al enkele jaren dood is. Hij volgt zijn kat door een gat in de muur en komt terecht in een apocalyptische wereld met vreemde, lelijke wezens waar grote eieren met rode vlekken een lekkernij zijn. Deze nachtmerries zijn in een Kuifje-achtige klare lijn getekend waarbij het hoofd van Doug kogelrond is met een strakke zwarte kuif. Bij zijn performances in de realiteit zet hij ook een masker op met dezelfde basisvormen. Door dit stijlverschil kan je fantasie en realiteit goed uit elkaar houden waarbij nog meer de verstrengelingen tussen fantasie en realiteit opvallen. Na een mislukt optreden leert Doug het zelfdestructieve meisje Sarah kennen. Ze maakt foto's als hobby en als kunst waarbij ze zelf het lijdend voorwerp is in een serie naaktportretten met bondage en een varkensfoetus.

X is raar. Het soort raar waar critici hoogstwaarschijnlijk wel weer een blinde knieval voor zullen maken. De overgangen met filmische toepassingen door in of uit te faden of in te zoomen op details, zijn een vaste waarde in Burns' werk. Het zijn beproefde hulpmiddelen om sfeer te scheppen of te versterken. Een duidelijk doel waar de personages zich naartoe moeten werken ontbreekt, maar dat wordt net zoals in zijn overige werk niet als een gemis ervaren. Je voelt wel al aan dat de verstoorde relatie tussen Doug en zijn vader, die een foto van een mooie vrouw heeft die net tevoren voorkwam in een droom van Doug, in het afsluitende deel verder zal worden uitgediept. We vragen ons alleen af of X met zijn bewust hybride stijl deze keer niet tussen twee stoelen valt. Een klassieke strip is het zeker niet en de mate aan grandeur die in Zwart Gat nog veelvuldig aanwezig was in de vorm van verrassende scènes, is te kleinschalig gedoseerd in X. We houden een finaal verdict nog in beraad tot na het slotdeel.

> DAVID STEENHUYSE — november 2010