Bibliografie van Claus D. Scholz
• Bakelandt
• Classix (deel 6)
DE RODE RIDDER 221
De Spiegeldemon


Claus D. Scholz • Standaard Uitgeverij
32 p. (SC)
In verscheidene opzichten een bijzonder album

Johan nadert een schijnbaar verlaten dorp, in de schaduw van een statige burcht. Nieuwsgierig als steeds besluit hij de burcht een bezoekje te brengen en de burchtheer om opheldering te vragen. Ter plaatse treft Johan de van angst verstijfde Roderick en zijn gevolg aan. Alsof dit niet genoeg is, herbergt de burcht ook nog een meute hondsdolle dubbelgangers. Waar de uitwijzing van een oude heks al niet toe kan leiden. De toestand lijkt hopeloos, al helemaal omdat de heks met de noorderzon verdwenen is na een gevecht tegen de enige persoon die in staat geacht werd het tegen haar op te kunnen nemen. Helaas, pindakaas... Wat restte van de heks was een smerige vloek die de omgeving in een ijzeren greep houdt en een demonische spiegel. Aan Johan om de zaak uit te klaren en het zoals vanouds op te nemen tegen de duistere krachten, een stevige roversbende en... zichzelf.

De Spiegeldemon is in verscheidene opzichten een bijzonder album. Niet alleen is het het eerste album van het vijftigste jubieumjaar, het is ook meteen het eerste album op scenario van Claus D. Scholz. Claus nam de fakkel voor de gelegenheid over van zijn vaste scenarist Martin Lodewijk. Deze laatste is een drukbezette stripmaker. De reservemarge van één album, die Standaard Uitgeverij graag inbouwt, bleek niet haalbaar te zijn. Dit betekende een wildcard voor Claus. Dit gezegd zijnde was iedereen erg benieuwd naar hoe Claus het ervanaf zou brengen. We kunnen hier vrij bondig over zijn: alles zit zeer duidelijk zoals het moet zitten. Claus bezorgt de lezer een sword and sorcery-album in de beste, onvergetelijke Karel Biddeloo-traditie met de nodige horror en spanning. Pulp met een grote P dus. Zoals we van de hardwerkende Duitser ondertussen gewoon zijn, voorzag hij het geheel ook nog eens van kwalitatief tekenwerk. Wat de teksten betreft, heeft Claus professionele hulp gekregen. Waar we van Martin Lodewijk stevig onderbouwde dialogen onder de ogen krijgen, doorspekt met archaïsch woordgebruik, worden we hier geconfronteerd met no-nonsensedialogen en een extra dosis oneliners in ware Rambo-stijl. Een ander opvallend gegeven is het ontbreken van de 'nieuwe hoofdrolspelers', zoals de immer blauwharige Indigo. Claus bestempelt zijn album dan ook als een album uit een aparte cyclus die zich in vroegere tijden afspeelt. Meer zelfs, normaliter verschijnt volgend jaar een vervolg op De Spiegeldemon. Om het met de woorden van Walter Capiau te zeggen: "Laat maar komen, Grietje!"

We haalden het al aan. Johan de Rode Ridder is het volgende stripmonument dat zijn vijftigste verjaardag mag vieren. Nadat de blonde spierbundel in 1959 in de krant De Standaard zich voor het eerst op een krantenstrook liet zien, heeft hij 221 avonturen beleefd en god weet hoeveel knappe deernes het hoofd op hol gemaakt. Ter gelegenheid van deze mijlpaal mocht het in 2009 eens wat uitgebreider. Van elk album dat in 2009 verschijnt, wordt tegelijk een luxealbum uitgegeven op 350 exemplaren, volledig in de stijl van de luxereeks van Suske en Wiske. Neen, geen zeefdruk bij De Rode Ridder, wel een genummerde en door beide auteurs gesigneerde ex-libris. Ongetwijfeld voer voor de verzamelaars.

Voor meer informatie betreffende Claus' eerste stappen als scenarist verwijzen we je graag door naar
dit interview met de auteur op www.roderidder.be.

> JACKY CORNELIS — maart 2009