Bibliografie van Janry
• De Avonturen van Kuiken I
• De Avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot Dubbelalbum
• Oh! Lieve Hemel
• Robbedoes en Kwabbernoot (deel 33 t/m 46)
Bibliografie van Tome
• De Avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot Dubbelalbum
• De Mazdabende (deel 5, 6, 7)
• De Weg naar Selma
• Hard tegen Hard
• Robbedoes en Kwabbernoot (deel 33 t/m 46)
• Soda
• Vuur
DE KLEINE ROBBE 14
Eigen Schuld, Dikke Bult!


Janry + Tome • Dupuis
48 p. (SC)
Nieuwe wijn door oude zakken

Begin jaren negentig was scenarist Tome de golden boy in de stripwereld. Iedereen adoreerde zijn spitse Robbedoes, zijn coole Soda en vooral de ongein van De Kleine Robbe. De laatste tien jaar verschenen er maar druppelsgewijs nieuwe albums van zijn hand. Bovendien onthaalden we die dan nog te vaak met een ontgoochelende zucht. Zo keken we allang niet meer uit naar een nieuw album van de jeugdversie van Robbedoes. Titeuf, Elsje en andere Kid Paddles vonden we in het genre een stuk scherper en leuker. Inderdaad, "vonden". De Kleine Robbe lijkt zichzelf weer te hebben uitgevonden. Weg zijn de uitgemolken herhalingsmoppen zoals het pijnlijke piemelverhaal en de jacht op de nieuwste blootbladen. Bovendien is er na de geslaagde introductie van de grootmoeder in het voorlaatste album, nu ook alweer vier jaar geleden, een nieuwe serieuze wijziging. Turnleraar Peuk is niet meer de aloude boeman van de jongens. Neen, hij is nu hun partner in crime. Het grootste kind onder de leraars vraagt Robbe en zijn vriendjes steevast om raad om de rondborstigste meiden te versieren. En ja hoor, natuurlijk loopt dit steevast fout af wat ons opvallend veel luide lachsalvo's ontlokte.

Ook tekenaar Janry heeft de grafische overstap naar 2009 gemaakt. Zijn platen bruisen van energie. Hij zoomt in op details, hij speelt met de grenzen van de kaders, hij dynamiseert én dynamiteert opvallend vaak zijn tekeningen. Als toetje signeert de Belg elke plaat met een unieke droedel. Ja, je zou zweren dat Franquin terug is.

Maar laat ons niet overdrijven. De Kleine Robbe is nog niet terug op het niveau van pakweg de eerste vijf albums, maar hij is ook niet meer het kneusje van zijn jeugdklas. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Goed gewerkt, deugniet!

> WOUTER PORTEMAN — februari 2009