Bibliografie van Émile Bravo
• Ivoor
• Mijn Mama
EEN VERHAAL VAN ROBBEDOES EN KWABBERNOOT 4 
Robbedoes, het Dagboek van een Fantast


Émile Bravo • Dupuis
72 p. (SC)
Jonge onbezoedelde stripheld

Brussel 1939. De jonge Robbedoes werkt als piccolo in Hotel Moustic. Het hotel mikt op de betere klasse: modeontwerpsters, actrices, beroemde boksers, ambassadeurs en medewerkers uit de hoogste regionen van het naziregime... In een van de luxueuze kamers van het hotel wordt een bijeenkomst gehouden die bepalend is voor het lot van Europa. De Polen onderhandelen er met Von Glaubitz, door Kwabbernoot ook wel "Von dinges... Von Zwendel" genoemd, over inname van Pools grondgebied door de Duitsers. Ongewild verneemt Robbedoes de inhoud van de gesprekken en wordt kort daarop door een kamermeisje aangesproken. Van het een komt het ander en na een tijdje heeft Robbedoes in haar een kritische gesprekspartner gevonden die meer dan vriendschappelijke gevoelens bij hem weet los te weken.

Op de achtergrond van een aanstormende wereldbrand laat Emile Bravo een jonge, onbezoedelde stripheld zien die hoegenaamd niet avontuurlijk aangelegd blijkt te zijn. Zijn Robbedoes is een groentje dat zijn eerste verliefdheid ervaart, nog niet voor zichzelf durft op te komen en Kuifje vereert als zijn grote voorbeeld. Het kamermeisje tracht de schuchtere Robbedoes uit zijn schelp te lokken. Door haar zal hij beginnen nadenken over de problemen die de wereld bezighouden, over verschillen tussen mensen, over de inzet van een oorlog tussen het fascisme van Hitler en de rest van de vrije wereld. Uitgerekend dit meisje lijkt in onze held het rechtvaardigheidsgevoel los te willen peuteren dat nodig is om een ietwat deftige stripheld te worden naar het voorbeeld van andere 'scoutshelden' als Kuifje, Johan (uit Johan en Pirrewiet) en Suske en Wiske. Toch is dit stevige verhaal niet enkel een realistisch drama. De introductie van Kwabbernoot, de streken van Spip, de strubbelingen met portier Entresol,... Een glimlach is nooit veraf, en zo betaamt het elk zichzelf respecterend Robbedoes-verhaal.

Tot slot kan het verhaal als een proloog beschouwd worden op de hoofdreeks Robbedoes en Kwabbernoot waarin de lezers na al die jaren toch wel enkele opmerkelijke feiten verklaard zien. We laten jullie graag zelf ontdekken wat we hiermee bedoelen. Of hebben jullie een verklaring waarom Robbedoes zijn rode piccolopakje al zoveel avonturen na elkaar draagt?

Om dit alles vorm te geven, hanteert Bravo een retrotekenstijl die met een zuiverder penseelgebruik veel weg heeft van de klare lijn van Hergé naar wiens held Kuifje Bravo regelmatig knipoogt. Dit alles geeft de lezer de indruk een stripverhaal uit de oude doos te lezen, maar dan in een verhaaltempo dat tegenwoordig gebruikelijk is. De prachtige cover met links een zwart bos van nazikruisjes, rechts een rood woekerende verzameling communistische hamers en sikkels en daar middenin een verwarde Robbedoes op een okergeel veld (de Belgische driekleur is niet veraf), vormt de kers op de taart en maakt van deze vierde one-shot iets heel bijzonders, het beste in de reeks tot nu toe!

> JACKY CORNELIS — mei 2008