Bibliografie van Philippe Buchet
• De Kronieken van Konvooi
• Konvooi - De Jeugdjaren van Nävis
• UUR U
Bibliografie van Jean David Morvan
• Aan het Front
• Al' Togo
• Appoline
• De Avonturen van Walibi
• De Herinnering aan Abraham
• De Kleine Wereld
• De Kronieken van Konvooi
• Drie... en de Engel
• Heldorado
• Hercules
• HK
• Ik Ben Dood
• Konvooi - De Jeugdjaren van Nävis
• Luuna
• Merlijn
• Mijn Jaar
• Nomad
• Reality Show
• Robbedoes en Kwabbernoot
• Robbedoes en Kwabbernoot (deel 47 tot 50)
• Taras Bulba
• TDB
• Troll
• Tschaï - De Waanzinnige Planeet
• Zeven
• Zeven (deel 6)
KONVOOI 1
In Vuur en Vlam


Philippe Buchet + Jean David Morvan • Arboris
46 p. (SC)
Om bij te watertanden

Een multiraciaal konvooi van ruimteschepen zoekt langzaam zijn weg door het heelal op zoek naar planeten om te koloniseren. De Hotta-kolonie heeft dringend een eigen planeet nodig en de konvooileiding wijst hen een met oerwouden en oceanen overdekte planeet toe die volgens de gegevens niet door intelligente wezens bewoond wordt. Toch stuiten de eerste kolonisten al direct op Nävis, een in de jungle opgegroeid kind van een ras dat op het konvooi tot dusverre onbekend was: de mens!

De contradictie van dit verhaal zit ‘m in de aanwezigheid van Nävis, een jong en onverschrokken meisje — dat trouwens het hele verhaal door rondloopt in ontbloot bovenlijf — en een pratende soort tijger die in vrede en alle eenzaamheid in een oerwoud samenleven. Daarmee is in eerste instantie de link naar Disney’s Jungle Book gauw gelegd. Maar na de invasie van de planeet ontspint Nävis zich als een strijdlustige en weerbare jongedame die niet van plan is om haar planeet te laten koloniseren.

Voor liefhebbers van sciencefiction zijn alle ingrediënten aanwezig: intergalactische ruimteschepen en dito wezens, futuristische apparatuur en wapens,... Kortom: de scifi-liefhebbers hebben weer iets om bij te watertanden. Voor de occasionele striplezer kan het verhaal verwarrend of onsamenhangend overkomen, gevorderde striplezers daarentegen zullen hier veel plezier aan beleven.

> DAVID STEENHUYSE — juni 2000