De reeks Vasco is intussen dertig jaar jong. In 1978 begon Gilles Chaillet met zijn eigen reeks nadat hij enkele jaren Jacques Martin had geassisteerd met zijn reeksen Alex en vooral Lefranc. Het principe was hetzelfde: een held die de mogelijkheden heeft rond te reizen in een historische setting.

Het eerste verhaal speelt zich af in 1347 in Italië. De bankiersfamilie Tolomei woont in Sienna (Italië) en bestaat uit Tolomeo en zijn neven Lorenzo en Vasco. De bankiers spelen in die tijd een cruciale rol in de economie. Vasco en Lorenzo zijn nog jonge knapen en worden vaak ingezet om de belangen van de bank van Tolomei te behartigen. Soms zijn dat geldtransporten, soms zijn dat politieke belangen. Kortom: de juiste omstandigheden voor onze held Vasco om veel avonturen te beleven in verschillende delen van Europa tot zelfs Azië toe. Al snel blijkt dat broer Lorenzo weinig scrupules kent en zich ook voor andere karretjes laat spannen. Vasco en Lorenzo zijn dus geregeld tegenstanders van elkaar. Tijdens een van zijn avonturen ontmoet hij prinses Sophia van Byzantium en raakt op slag verliefd. Maar het is een liefde die door haar nogal eens wordt misbruikt. We krijgen in de 21 reeds verschenen delen een goed beeld van de laatmiddeleeuwse samenleving. Af en toe wordt er een geschiedenisfeit verwerkt in het verhaal. Deel 1 behandelt bijvoorbeeld de opstand van Cola di Rienzo tegen de tirannie van de adel in Rome.

In het pas verschenen deel 21 heeft Chaillet de tekenpen doorgegeven aan Toublanc, die hem sowieso al assisteerde voor Vasco. Dit keer speelt het verhaal zich af in Spanje. In Granada (in het wereldberoemde Alhambra) heersen nog de Moren. Sultan Mohammed is afgezet door de wrede Aboe Saïd, maar wordt met behulp van Lorenzo weer op de troon gezet. Lorenzo is in dienst van koning Pedro van Castilië, die dus samenwerkt met de "ongelovigen". Koning Pedro heeft zijn Franse echtgenote laten ombrengen en haalt daarmee de woede op de hals van de koning van Frankrijk. Dit wordt het startsein voor een campagne tegen koning Pedro. Een grote groep soldaten die door het bestand van Frankrijk en Engeland werkloos zijn, plunderen de steden en dorpen. Men noemt hen de Grote Compagnieën en de bevolking is doodsbang voor hen. De Franse koning ziet zijn kans om twee vliegen in één klap te slaan. Door de Grote Compagnieën in te huren kan zowel zijn campagne tegen koning Pedro beginnen en tegelijk houden de plunderingen op. Vasco raakt hierbij betrokken omdat hij een wissel moet afgeven bij een bank in Toledo (Spanje). De wissel is goed voor drie kisten goudstukken waarmee de soldaten betaald kunnen worden. Ondertussen wordt de campagne geregeld geplaagd door "de zwarte dame". Dit is een van de uitdrukkingen voor de pest. Vasco moet vervolgens een geheimzinnige passagier meenemen en beschermen tijdens de tocht. Dit blijkt niemand anders te zijn dan prinses Sophia die aan de pest lijdt, maar langzaamaan weer beter wordt. Toch raakt Vasco besmet. In Toledo aangekomen lijkt het erop dat Sophia met haar hulpje Leandros de kisten goud wil verdonkeremanen. Hoe dit verder afloopt moet in een volgend deel blijken. Wordt vervolgd dus.

Toublanc tekent deze nieuwe Vasco zoals Chaillet het ook zou doen. Kenmerkend aan deze school van Jacques Martin zijn de gedetailleerde landschappen en gebouwen. De personen bewegen altijd een beetje stijfjes door het decor. Opvallend bij Toublanc zijn de gezichten waarbij de tanden volop en steevast in beeld zijn. In ieder geval is hij een waardig opvolger van Chaillet, die nog wel het scenario voor zijn rekening nam. Op naar de volgende dertig jaar Vasco?