Drie jaar heeft het geduurd (het vorige album, De Hemelse Jonk, verscheen in 1998), voor de 68-jarige Roger Leloup ons nog eens een avontuur bracht van onze favoriete Japanse. Wat er ook van zij: de tekenkunst heeft Leloup tijdens die periode niet verleerd. Hij is echt maniakaal en perfectionistisch bezig en dat alleen al maakt elk album de moeite waard.

Yoko Tsuno werd ‘geboren’ in 1968. Toen zette Leloup de eerste schetsen op papier van de Japanse elektronica-ingenieur. Ze beleefde intussen 23 avonturen, meestal samen met haar vrienden Ben Beeld en Paul Pola. In dit album geen Ben en Paul, maar wel Monya, een meisje uit de 39ste eeuw die beschikt over de translator, een machine waarmee je in de tijd kan reizen, en (Ochtend)roosje, het aangenomen dochtertje van Yoko. Verder zijn er Lin en Sin Yi, de derde echgenote van de keizer van China, die Yoko in het vorige deel meenam uit het verleden. Zij is de aanleiding van dit nieuwe avontuur, want Yoko keert terug naar het middeleeuwse China, om Mei Li, een van de hofdames van Sin Yi ook naar deze tijd te halen. Daar stort Yoko zich opnieuw in een avontuur door steeds weer af te gaan op haar gevoel en naar de stem van haar hart te luisteren. Kortom: een heldin met brains, beauty and a heart en daar mag je ons telkens voor aanporren en wakker maken.

Het is trouwens de eerste keer dat Leloup zich waagt aan twee verhalen die min of meer op elkaar aansluiten, en enkele gebeurtenissen doen vermoeden dat er nog een derde deel aankomt...