PETER PAN 1-2-3-4-5
1. Londen - 2. Opikanoba - 3. De Storm - 4. Rode Handen - 5. Haak
Régis Loisel • Arboris
56 p. (HC & SC)
|
|
| In de ban van Pan |
|
Aan iedereen die liever het beeld behoudt van de androgyne nicht met het groene pakje die de Disney-versie van Peter Pan onveilig maakt: gelieve deze recensie niet verder te lezen. Wie weet overtuigen we je er wel van om deze uitstekende reeks aan te schaffen en daarmee meteen ook een zorgvuldig gekoesterde jeugdherinnering aan gruzelementen te slaan. De versie van Loisel is op het eerste zicht een vrije adaptatie te noemen. Peter is een doodgewoon straatjochie dat probeert te overleven in Londen anno 1887, temidden van het beste wat deze stad aan schorremorrie te bieden heeft. Peter kan al dit gespuis achter zich laten dankzij het sexy en vlezige elfje Tinkelbel. Die komt hem halen om haar en de andere bewoners van een ver en mythisch eiland te verlossen van de vreselijke kapitein Haak, die uit is op hun schat.
Poëtische tafereeltjes, dramatiek, humor en horror wisselen elkaar in hoog tempo af. Het scenario moet bovendien niet onderdoen voor het sterke tekenwerk. Om de harten van ons, striplezers, nog wat sneller te doen slaan, besloot Arboris om bij de heruitgave van de vier eerste albums telkens een extra katern met schetsen bij te voegen. Maar zelfs zonder deze extra's is deze reeks een gigantische aanrader.
Loisels interpretatie blijkt uiteindelijk een voorgeschiedenis van het originele sprookje te zijn. Gaandeweg leren we hoe het straatjochie uiteindelijk Peter Pan wordt, hoe de kapitein aan zijn haak en zijn naam komt, wat die wekker nu in de buik van de krokodil doet... We hopen enkel dat we in het zesde en laatste deel van dat afschuwelijke groene pakje bespaard blijven! |
|
| > IVO DE WISPELAERE — november 2002 |
