NORTSO 1
Bagara


Antoine Ronzon + Pierre Vanloffelt • Talent (Blitz - Millennium)
56 p. (HC & SC)
Geen pretje

Soedan, 1920, de Britse koloniaal Sir Kittenberg trekt op expeditie om op een legende te jagen, de reuzebuffel Bagara. Volgens de stam van de Nouba is Bagara een god die het evenwicht en de rust op de savanne bewaart. Zoals te verwachten valt, slaagt Kittenberg in zijn opzet en doodt de buffel, hoewel zeer moeizaam. Tezelfdertijd zien we in een meeslepende paginamontage de al even moeizame geboorte van het Noubajongetje Okuo.

25 jaar later beslist Okuo na een krijgersfestival om zijn stam vaarwel te zeggen en werk te zoeken. Hij kan aan de slag als boy op het landgoed van de Kittenbergs waar de zoon inmiddels de plak zwaait. Toeval of niet? Een prille fascinatie voor diens blonde vrouw mondt uit in een veel hechtere relatie en dat is niet naar de zin van meneer Kittenberg...

Vooral visueel is dit eerste deel van een geplande trilogie een schilderachtig spektakel. Toch merkten we hier en daar enkele anatomische wanverhoudingen op. Of lijkt dat alleen maar zo door de soms dynamische perspectieven? Anyway, Nortso verscheen oorspronkelijk bij het Zwitserse uitgeverijtje Paquet dat al eerder uitgeverij TOOG voorzag van De Icariaden, Kochka en Lincoln en onlangs nog Naüja voor de collectie Blitz-Millennium van Talent. Mooie referenties, vinden we.

En zullen we maar meteen een geheimpje verklappen? In de reclamewereld (en wij kunnen het weten) is er een ongeschreven regel dat stelt dat je beter geen zwarte medemens op de cover van een brochure, tijdschrift of mailing zet als je goed wil verkopen. Komt het daarom dat we op de cover de mooie, blanke blondine te zien krijgen in plaats van bijvoorbeeld Okuo rond wie het verhaal grotendeels draait?... Of moet het de gemiddelde stripliefhebber (man, en wel te vinden voor vrouwelijk schoon/bloot) behagen? Niet voor niets ligt de prijs voor originele platen van auteurs hoger als er bloot op voorkomt. Grappig is dan wel het 'ongelukkig' geplaatste, driehoekige logootje op deze cover. Maar diezelfde gemiddelde stripliefhebber kunnen we gerust stellen: ja, er zit een neukscène in dit album, bovendien uiterst relevant voor het verhaal én het vervolg...

> DAVID STEENHUYSE — juli 2004