DE HERBERG AAN HET EIND VAN DE WERELD 1 Het Meisje op de Klifkust
Patrick Prugne + Tiburce Oger • Casterman 48 p. (SC)
|
|
De Herberg aan het begin van een reeks |
|
Edgar Saint-Preux, een Parijse schrijver, komt aan in het godvergeten gat Trébenec om er inspiratie op te doen voor een volgend werk. Hij verblijft in "De Herberg aan het Einde van de Wereld" waar zijn wensen alras worden vervuld. Behalve uitvinder van belachelijke namen voor herbergen, blijkt de eigenaar immers een geboren verteller te zijn. Hij verhaalt de geschiedenis van het spookdorp, doordrongen van alle aspecten van een klassiek werk: het verliefde koppel, de lelijke doch goedaardige monstertjes, de lichtgelovige dorpelingen en als klap op de vuurpijl, de boosaardige graaf.
Oger (bekend van Gorn en de westernklassieker in wording Het Pad van de Schimmen) schreef met Het Meisje op de Klifkust een eerste deel waarbij het déja vu-spook als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt. Voortdurend zijn elementen terug te vinden uit een aantal andere fantasyverhalen zoals Marlysa, Vertellingen uit de Hooglanden, De Legende der Dorre Gewesten en Het Kristallen Zwaard. Het is echter de verdienste van Oger om zijn verhaal te doorspekken met diezelfde sfeer en zweem van romantiek die we eerder dit jaar al mochten ontdekken in Over de Grenzen van de Tijd... En ook hier zijn de tekeningen pareltjes, dankzij de frisse aquarelstijl van Patrick Prugne. Geen meesterwerk, maar vast en zeker een blijvertje. |
|
> PETER D'HERDT — september 2004 |