VOORBIJ DE STEEN 1-2-3 1. Het Spoor van Demer - 2. Drehadaxa - 3. Rheyn
Ken Broeders • Arboris 48 p. (SC)
|
|
Broeders’ Mooiste! |
|
De eeuwige berg, de citadel van de dwergen, wordt belegerd door de vijand. De Nhamads, een allegaartje van trolachtige wezens, wensen maar één ding: de ondergang van dat kleine grut! Vrouwe Maitar onderneemt een laatste wanhopige poging om haar volk te redden: ze stuurt een groep dapperen, waaronder haar eigen zoon Demer, op pad om versterking te zoeken. Demer, de enige overlevende van het mini-commando, gaat op zoek naar de dwergen die eeuwen geleden voorbij de steen trokken. Op zijn tocht valt hij echter in de handen van de Dryuks, de mensen, die hem als slaaf meevoeren. Hij zal al zijn moed en vindingrijkheid moeten aanwenden om niet alleen zichzelf, maar ook het dwergenvolk, tijdig te redden. Want in de eeuwige berg schuilt een verrader die er alles aan doet om bepaalde geheimen het daglicht niet te laten zien...
Dwergen, mensen, trollen, oorlog,... Wie zuchtend met z’n ogen draait en "de zoveelste Lord of the Rings-kloon" denkend deze reeks links laat liggen, kan geen grotere flater begaan! De zaadjes komen misschien wel uit Tolkien-land, maar de mosterd is volledig volgens 'grootBroeders' beproefde recept. Behendig balancerend op de slappe koord van de originaliteit, ontwijkt Ken Broeders een resem clichés en schetst een verhaal dat ook na drie delen nog heel wat geheimen prijsgeeft. Bovendien is de schilderstijl — een wonderlijke combinatie van het filmische realisme van Civiello en Douwe Dabbert van Piet Wijn — van een uitzonderlijk niveau. De film- en boekenfanaat in Ken Broeders komt trouwens meermaals tot uiting. In bepaalde scèneovergangen ben je er bijvoorbeeld haast zeker van dat er tijdens het omslaan van een bladzijde weer heel wat dingen buiten je gezichtsveld zijn gebeurd. Je wordt met volle zin gedwongen om tussen de kadertjes te lezen en actief na te denken en te fantaseren. De laatste sceptici kunnen we — behalve dan middels onze beruchte knokploeg — misschien overtuigen met het feit dat Broeders het geheel ook nog eens weet te verluchten met die typische fantasy-humor, die alleen aan de besten in het genre is gegeven.
De Nederlandstalige fantasyfans lonken wel eens nijdig naar onze zuiderburen. Uitgeverij Soleil verwent in Frankrijk de fans dan ook met heel wat, lang niet altijd vertaalde, fantasyreeksen. Met Ken Broeders hebben we in onze contreien echter een waardig "zonnetje" dat op zijn eentje moeiteloos die grote "Soleil" naar de kroon kan steken... Tot slot: Ken laat zich niet kennen en denkt nog lang niet aan stoppen. |
|
> PETER D'HERDT — november 2004 |