MARLYSA 5 De Wonderdoener
Jean-Pierre Danard + Jean-Charles Gaudin • Talent (Collectie 500) 48 p. (HC & SC)
|
|
Het einde van de maskerade |
|
Didier Chrispeels, beter bekend als Crisse, heeft er een handje van weg om reeksen op te starten en niet af te maken. Ook Marlysa past in dit rijtje thuis. Waar hij voor de eerste twee delen nog voor het storyboard zorgde, vond hij de tijd rijp om deze vanaf het derde deel volledig over te dragen aan scenarist Gaudin (De WeerWolven) en tekenaar Danard, die in de jaren 90 vier delen Uit Liefde voor de Kunst tekende. Het uit handen geven van Marlysa was in de albums duidelijk te merken. Daar waar Het Masker en De Schaduw van Dompour nog enigszins uitstekende strips waren, zakte het niveau daarna met De Overzijde en Bragal angstwekkend weg. Toch bleef Marlysa veelgelezen en veelbesproken. Welicht door haar looks en omdat het mysterie van haar masker maar niet onthuld raakte. Veel meer bleef er helaas niet over.
Met De Wonderdoener, het laatste album van de eerste cyclus, de cyclus van de oorsprong, herpakken de auteurs zich. Het laatste album van een cyclus is soms niet meer dan het wanhopig aaneenknopen van alle losse draden, maar dit verhaal staat er gewoon. Van forceren is op geen enkel ogenblik sprake. De lezer krijgt eindelijk heel wat antwoorden op vragen die al te lang openbleven. Bovendien geven de laatste drie pagina’s een mooie inleiding naar een volgende cyclus want het verhaal van marlysa lijkt nog niet uitverteld. De aantrekkelijke en mysterieuze cover van Danard lost de beloftes in en ook het binnentekenwerk is het beste dat hij sinds het begin van de reeks heeft laten zien. De Wonderdoener is een degelijke afsluiter van een verhaal waar helaas meer inzat, maar dat gelukkig niet faalt in zijn doel: entertainment, ontspanning, vluchtigheid en vlotheid. De start van de tweede cyclus wordt reeds voorgepubliceerd in het Franse maandblad Lanfeust Mag. Daarin is de nog steeds gemaskerde Marlysa een gerenommeerde duelliste. Alvast iets om naar uit te kijken. Nu jij nog. |
|
> TOM DE LENTDECKER — december 2004 |