|
|
Bibliografie van Franz Drappier • 1830, De Belgische Revolutie • Brougue • Brussel. Duizend Jaar Roemrijke Geschiedenis • Captain Tom • De Tien Geboden • De Tien Geboden (deel 10) • De Verlorenen van het Keizerrijk • Fortuinzoekers • Gord • Hannah • Hyperion • Irish Melody • Jerry Spring (deel 22) • Jockey Kris • Jugurtha (deel 3 t/m 15) • Kaliber 38 • Lotusbloem • Sandy Eastern • Shamrock Song • Thomas Noland • Volbloeden • Wyoming Doll
| |
|
LESTER COCKNEY 8 Oregon Trail
Franz Drappier • Le Lombard 48 p. (SC)
|
|
Eastern wordt western |
|
De Belgische tekenaar Franz Drappier is goed op weg om de Freddy Mercury van de stripwereld te worden. Drappier overleed twee jaar geleden aan kanker, maar dat belet hem niet om ook nu nog sterke albums uit te brengen. Franz' tekenleven draaide vooral rond de eigenzinnige Ier Lester Cockney. Dat personage neemt ons mee naar de periode toen Britain nog steeds de waves rulede: de negentiende eeuw. De vorige albums rond Cockney gaven de lezer dan ook een kleurrijke rondleiding door het Britse imperium: India, Egypte, Afghanistan... ze passeerden allemaal de revue. Al deze exotische locaties hadden één ding gemeen: paarden — die waren nu eenmaal Franz' grote liefde. En dat is niet anders in het postume album Oregon Trail dat nu in de stripwinkel ligt.
In Oregon Trail verlaat Lester Cockney voorgoed het oostelijk halfrond en gaat hij — net als zovele anderen — zijn geluk beproeven in de Verenigde Staten. Daar wil Onze Man een nieuw, rustiger leven opbouwen als veeboer. Om die droom te verwezenlijken moet Lester wel eerst een riskant karwei opknappen: hij moet een kudde bronstige Indische stieren bij enkele Amerikaanse boeren afleveren die, jawel, om gezond stierenzaad verlegen zitten. Hun eigen veestapel heeft namelijk zijn mojo kwijtgeraakt. The Land of the Free blijkt echter al snel een wespennest te zijn. Een corrupte grootgrondbezitter zit Cockney op de huid, zijn vrienden worden beschuldigd van moord en — alsof dat nog niet genoeg ellende is om drie Winnetou-boeken en twee Karl Mays mee te vullen — een indiaans opperhoofd heeft zijn oog laten vallen op de Indiase Taranna, de vrouw van Lester. Kortom, alle elementen voor een degelijke western met enkele Dirty Harry-trekjes.
Franz levert zoals gewoonlijk tekenwerk af waar je ofwel radicaal vóór ofwel al even radicaal tégen bent. Door zijn zwaar arcerende, schaduwrijke tekenstijl zien alle personages eruit alsof ze net een uur in de droogtrommel hebben gespendeerd, maar echt storen doet dat niet. Het draagt net bij tot de groezeligheid die het Wilde Westen nu eenmaal karakteriseerde (duizenden bezwete mannen en geen deostick in zicht, wat wil je?). Op het scenario valt er wel wat meer af te dingen: de clichés zoals de Griezelige Grootgrondbezitter, de Bloeddorstige doch Sympathieke Roodhuid, de Ruige Revolverheld, enzovoort zijn nooit veraf en dat maakt het verhaal soms wat voorspelbaar. Maar voor een oude rot als Franz knijpen we gerust een oogje dicht. De Corrupte Sherrif doet dat ook trouwens.
Tenslotte nog even vermelden dat er nog een negende en laatste Lester Cockney-album op stapel staat, te verschijnen in juni, én een laatste Lotusbloem. Benieuwd of onze held uiteindelijk de rust vindt die hij al sinds 1979 zoekt... Wie zei er ook al weer "Old soldiers don't die, they just fade away"? |
|
> DOMINIQUE BIEBAU — februari 2005 |
|