JEAN VAN FLORETTE 1
Alexandre Tefenkgi + Serge Scotto/Éric Stoffel/Marcel Pagnol • Saga Uitgaven 72 p. (HC)
|
|
Klasse van Pagnol |
|
Goed verscholen in de warme Provence ligt het gehucht Les Bastides. Het speciale aan Les Bastides is dat er maar vijf of zes familienamen voorkomen: Anglade, Chabert, Soubeyran en nog een paar. Om alle mogelijke verwarring te vermijden, voegt men regelmatig aan de voornamen niet de familienaam toe, maar wel de voornaam van de moeder. Zo had men Louis van Etiennette, Clarius van Reine, enzovoort. En er was ook ene Ugolin. Laten we die maar Ugolin Soubeyran noemen, want hij speelt de hoofdrol in dit onverkwikkelijk verhaal. Deze eenzaat is de neef van de belangrijkste man van het dorp, Papet. Ugolin heeft maar één levensdoel: hij zou rijk worden, strontrijk. En die rijkdom zou hij vergaren door anjers te kweken. Jawel, ordinaire rijkeluisbloemen! Enkel Ugolin weet dat deze in de stad meer opbrengen dan tomaten, olijven of wat dan ook. Een eerste testkweek was meer dan veelbelovend. De grond is super. Er is maar één probleem: anjers hebben veel, enorm veel water nodig. En laat dat nu net het ware goud zijn in de kurkdroge Zuid-Franse streek. Papet heeft een idee. Enkele honderden meters verderop ligt er nog een stukje grond waar een verstopte bron ligt die niemand nog kent. Alleen woont stroper Pique-Bouffigue daar nog. Merde.
Eind jaren 1980 moest iedereen de verfilming van Marcel Pagnols tweeluik Jean de Florette en Manon des Sources, met onder andere Gerard Depardieu en Yves Montand in de hoofdrollen, gezien hebben. Het Provençaalse drama, doordrongen van tijm en lokale intriges, liet niemand onberoerd. Het was voor ons een grote verrassing dat de verstripping van deze roman uit 1963 ons hetzelfde wauwgevoel van toen teruggaf. Het verhaal blijft zelfs los van de film, overeind. Het scenario leest ondanks een tekstzwanger begin heel vlot. Ook de overbelichte tekeningen van Alexandre Tefenkgi (Waar Zijn de Mooie Dagen?, Stille Helden), waar we bij een eerste doorbladering niet warm voor liepen, slaan aan. Na enkele bladzijden waan je jezelf al helemaal in de broeierige Provence. Knap gedaan.
Het bronnentweeluik is altijd al het hoogtepunt van Pagnols œuvre geweest. De stripadaptatie breit moeiteloos een vervolg aan dat succes. Vette aanrader! |
|
> WOUTER PORTEMAN — februari 2018 |