EEN ONDERZOEK VAN INSPECTEUR CANARDO 15 De Belgische Kwestie
Benoît Sokal • Casterman 48 p. (HC)
|
|
Wespen, kevers en gesneden brood |
|
Gaat Sokal zijn boekje te buiten door een verhaal te situeren in het Belgische striptekenaarsmilieu? Heb jij d'r als leek een boodschap aan om het verval mee te maken van een pensioengerechtigde artiest die absoluut voor opvolging wil zorgen, liefst in familiale kring? Lijkt het volledige album niet eerder Casterman-inteelt waarbij de auteur zijn vriendjes even wil opvoeren en daardoor de inside-informatie ons volledig ontsnapt?
De pessimist zal om die reden het album bekritiseren en de heerlijke ironische ondertoon missen. Het verhaal is dan vlak en weinig relevant. Jammer.
De realist mag aan de directe stripverwijzingen geen boodschap hebben, de vergelijking met het wielerwereldje en zijn dopinggevallen ligt zo voor de hand dat je er niet naast kunt kijken. De Belgische Kwestie is immers een leuke pastiche op deze bloeiende sporttak. De extra knipoog naar Dumas' papieren helden is leuk en geeft het boek een pretentieloos, literair cachet.
De optimist geniet van dit geheel, maar heeft als surplus de opvoering van talloze bekende 'gezichten' uit de getekende omgeving: Claude Renard (ooit spitsbroeder van François Schuiten), Louis Delas (van uitgeverij Casterman), de afspiegeling van het stereotiepe stripfestival. Sokal dompelt zijn tekenpen in dubbelzinnige inkt waardoor ieder voor zich de gehanteerde praktijken kan beoordelen. Een boek zonder al te veel eigenwaan dat net als in eender welke Belgische kwestie als typische uitkomst heeft: het zaaien van tweedracht. |
|
> "DETECTIVE VAN ZWAM" — april 2005 |